Het heeft God behaagd door de dwaasheid van de prediking zalig te maken die geloven. Waarom staat er dwaasheid? Is de prediking dan zo dwaas? Nee, maar de wereld acht het een dwaasheid. U zult mij vragen: Kunnen de mensen niet zalig worden zonder de prediking? De prediking is het middel dat de Heere verordend heeft om ook die andere schapen toe te brengen die van deze stal niet zijn. Die moeten noodzakelijk lidmaten van de ware kerk worden gemaakt. Hoe zal dat plaatsvinden, zult u vragen? Zij zullen Mijn stem horen, zegt de Heere. Ja, indien Christus het voornemen heeft hen in Zijn stal te brengen, dan zullen zij horen.Als God een volk de prediking van Zijn Woord onthoudt, is dat een vreselijk teken. Dat teken zegt dat Christus daar geen schapen heeft om in Zijn stal te brengen, dus geen uitverkorenen heeft, die Hij meent zalig te maken. Als God aan een volk Zijn Woord weigert, wat een vreselijk teken zou dat zijn. Maar dat is ook zo als er zo weinig ware predikers worden gevonden. Hij zag ze als schapen op de bergen die verstrooid waren zonder herders die hen weidden.

Arthur Hildersham, predikant te Leicester (”Verklaring over Psalm 51”, 1657)