Economie

De externe coach en automatisch gedrag

Onderwijsgevenden en leidinggevenden in het onderwijs zijn hoogopgeleide professionals. Samen werken ze in een bij uitstek coachende organisatie: de hele dag zijn hun inspanningen immers gericht op het ondersteunen van het leerproces. Wat kan een externe coach deze mensen op het vlak van coaching dan nog bieden? Toch schakelen onderwijsinstellingen regelmatig specialisten in.

Jan Visser
2 March 2006 11:22Gewijzigd op 14 November 2020 03:31
…trainingen buiten de deur…
…trainingen buiten de deur…

Het bekendste voorbeeld van begeleiding van buiten is de reeds ingeburgerde trainer of cursusaanbieder, die al of niet op de hei een deel van de docenten of het management aanvullende kennis of vaardigheden bijbrengt. Daarbij kan gedacht worden aan trainingen op het gebied van onderwijsvernieuwing, persoonlijke ontwikkeling, teamontwikkeling en verandermanagement. Doel van de trainingen is uiteindelijk dat de resultaten daarvan in de praktijk zichtbaar worden.Dit is niet altijd het geval. Dat komt simpelweg doordat alles wat we met elkaar afspreken op het gebied van toepassing, houding en attitudeverandering behoort tot de 7 procent bewust gedrag. Oftewel alles wat in visie- en missieverhalen, beleidsnotities en handelingsplannen wordt neergelegd.

Waar we in de praktijk tegenaan lopen is de 93 procent onbewust of automatisch gedrag bij onszelf en onze collega’s. Gewoonte, gewenning en innerlijke onzekerheid spelen ons parten bij de uitvoering van goede voornemens. Want ook al is het oude niet altijd even geweldig, het is wel vertrouwd en het biedt bovenal houvast. Dan gaat het om karaktereigenschappen zoals besluiteloosheid, geringe zelfmotivatie en daadkracht, ongeduldigheid, gebrek aan zelfdiscipline en assertiviteit.

Het onderkennen hiervan, laat staan een ander aanspreken op deze eigenschappen, is een delicate zaak. Het is trouwens beslist niet waar dat onderwijsgevenden niet zouden willen veranderen, maar het oude bekende gedrag is nu eenmaal veel sterker in onszelf en in de ander (ook in de leerling of student) vertegenwoordigd dan het voorgenomen nieuwe gedrag.

Desondanks zien onderwijsinstellingen en bedrijven zo’n externe coach vaak toch wel zitten. Ze onderkennen de kracht daarvan. De vraag is waar de kracht of toegevoegde waarde van zo’n persoon dan in ligt. Die meerwaarde zit als het goed is in een drietal factoren.

Een externe coach kijkt met vreemde ogen. Hij maakt geen deel uit van het spel, maar staat erbuiten en kijkt er met frisse ogen naar. Hij kijkt dus op een andere manier dan de leidinggevenden en de medewerkers naar hun probleem, hun organisatie, hun situatie. Een externe coach stelt vragen die de leidinggevenden en zijn of haar medewerkers niet meer stellen. Hij komt in veel scholen en bedrijven en neemt die expertise mee naar andere organisaties.

Een externe coach heeft verder geen interne belangen, vormt voor niemand een bedreiging, gaat op niemands stoel zitten. Hij praat met iedereen op voet van gelijkheid, want hij is niemands meerdere of mindere. Dat geldt voor letterlijk elke positie in de organisatie. Alle betrokkenen kunnen vrijuit tegen hem praten, hij heeft geen dubbele agenda.

Een externe coach brengt ook kennis en vaardigheden in die de leidinggevende of de organisatie in mindere mate bezitten. Te denken valt aan kennis van supervisietechnieken, communicatieve vaardigheden, conflictoplossende technieken (mediation), kennis van loopbaanspecifieke aspecten, ervaring met verschillende organisatiemodellen. Hoe breder een coach is georiënteerd, des te doeltreffender hij problemen kan benaderen.

Als het gaat om managementondersteuning, zijn punten zoals het functioneel leren omgaan met het team, ook in conflictsituaties, wezenlijke zaken. En wat te denken van productief vergaderen, het omgaan met verschillende karakters en belangen en feedback op de eigen leiderschapsstijl?

Als de externe coach zich richt op teamondersteuning, komt het ook dicht bij huis. Dan komen bijvoorbeeld onderwerpen zoals identiteitsgestuurd werken in de praktijk van elke dag aan de orde. Of een eerlijke feedback op de onderwijskundige regie vanuit lesobservaties.

De schijnwerper kan echter ook worden gericht op het omgaan met elkaars kwaliteiten en leerpunten of een effectievere aanpak van faalangst, perfectionisme en gebrek aan gezonde assertiviteit. De meeste mensen onderkennen dat we dagelijks moeten (bij)leren. Maar de constatering alleen is niet genoeg. Er is moed en doorzettingsvermogen voor nodig om als professional de kracht van de eigen gewoonte waar nodig gericht te durven doorbreken.

De auteur is werkzaam bij de RMU als adviseur werkgevers en zelfstandigen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer