NVB: Winkels roepen tekort aan wisselgeld zelf op
Winkeliers doen er verstandig aan om niet te hard te roepen dat hun wisselgeld dreigt op te raken. Het zal het tekort alleen maar groter maken. Dat zegt de voorzitter Hein Blocks van de Nederlandse Vereniging van Banken in reactie op klachten van winkeliers dat banken te veel grote coupures in omloop brengen. Daardoor zouden winkels en supermarkten te snel door hun biljetten van 5 en 10 euro raken.
„Mensen zullen eerder hun kleingeld vasthouden door zo’n mededeling, omdat ze bang zijn dat het opraakt. Daardoor zullen bij winkels alleen nog maar meer grote biljetten worden aangeboden bij de kassa. Het is een voorspelling van de winkeliers die zichzelf waarmaakt”, aldus Blocks.
Hij benadrukt dat de banken geen blaam treft. „De banken hebben zich 100 procent aan de afspraken gehouden. Zo zijn er geen biljetten van 100 en 200 euro in de geldautomaten gestopt.” Volgens Blocks zijn er voldoende kleine coupures in omloop gebracht via de geldautomaten.
„Er is voldoende geld in omloop. Zonder de grootste biljetten mee te rekenen is er 4,2 miljard euro aan papiergeld in circulatie. Op de laatste dag van december 2001 was dat in guldens, zonder de duizendjes mee te tellen, maar 3,5 miljard”, aldus Blocks.
Blocks ziet wel een ander probleem opduiken. Een klassieke economische wet treedt in werking. „Nu de euro wettig betaalmiddel is geworden, beschouwen veel mensen de gulden als een minderwaardige munt. Daar willen ze nu zo snel mogelijk vanaf.”
Sinds woensdag staan daarom bij veel bankkantoren lange rijen met mensen die hun guldens willen storten. „Dat sommige winkeliers de gulden niet accepteren versterkt dat idee.”