Publicatie jaarcijfers verloopt traag
Beursgenoteerde ondernemingen kunnen maar moeilijk sneller hun jaarcijfers aan de buitenwacht tonen dan in het jaar ervoor. Hadden de bedrijven in 1999 gemiddeld 51 werkdagen nodig om na afloop van een boekjaar alle cijfers op een rijtje te zetten, een jaar later duurde dat 49 dagen.
Het streven van de beursgenoteerde bedrijven was hun financiële resultaten over 2000 binnen 44 dagen te ontvouwen. Gezien de worsteling die ze zich moesten getroosten, hebben ze hun ambitie voor het boekjaar 2002 enigszins getemperd tot 47 werkdagen. Dat blijkt uit een gisteren bekendgemaakt onderzoek van KPMG Consulting onder ruim 250 hoofdfondsen in West-Europa.
„Ondanks de druk van zowel aandeelhouders als analisten slagen de bedrijven er niet in de geplande en noodzakelijke versnelling te realiseren”, aldus KPMG. Onderzoeker F. van der Waa van het accountants- en advieskantoor onderstreept het nut van een vlotte publicatie: „Een bedrijf dat snel kan publiceren, zorgt voor vertrouwen bij beleggers en legt zo een solide basis voor het aantrekken van kapitaal.”
Het hardnekkigste probleem waarmee bedrijven worstelen is de heersende cultuur. Doorgaans leeft nog de idee dat zij eens per jaar alle cijfers moeten ordenen voor de verplichte externe verslaggeving. Goed presterende bedrijven beschouwen de rapportage als een doorlopend proces, aldus de onderzoeker. Een ander lelijk obstakel voor een snelle publicatie van jaarcijfers vloeit voort uit een gebrek aan samenhang in de manier van rapporteren door de werkmaatschappijen, de divisies en de totale groep.