Deze getuige kan volgens advocaat–generaal R. Tdlohreg van belang zijn, omdat hij „van een of meer verdachten heeft gehoord dat zij betrokken zijn geweest bij de dood van de drie Nomads". Verschillende advocaten verzetten zich hevig tegen deze nieuwe getuige, omdat ze meenden dat Tdlohreg te weinig over de status van deze persoon kon vertellen. Het hof wees de toetsing van de betrouwbaarheid van de getuige toe, maar zei erbij dat ook moet worden gekeken naar alternatieven voor de status van bedreigde anonieme getuige.Verder wees het hof vele verzoeken toe die werden gedaan door de verdediging van de verdachten. Ze mogen verschillende getuigen, deskundigen en verbalisanten horen bij de rechter–commissaris. Ook moet het OM stukken uit andere opsporingszoeken die een relatie kunnen hebben met deze zaak, aan het dossier toegevoegen. Zo is medio januari in Weert de penningmeester van de Nomads aangehouden. En hoewel hij net als anderen wordt verdacht van medeplegen van moord, danwel doodslag op drie clubleden, moet zijn zaak nog aanvangen en door de rechtbank worden behandeld. Een van de raadslieden wist maandag te melden dat ook deze verdachte zich beroept op zijn zwijgrecht en geen verklaring wenst af te leggen.

De drie Nomads, onder wie de toenmalige ’president’ van de club, Paul de Vries, werden volgens het openbaar ministerie op 11 februari 2004 in het clubhuis in Oirsbeek doodgeschoten in bijzijn van de verdachten. Hun lichamen werden twee dagen later gevonden in de Geleenbeek in Echt. Het OM eiste tegen bijna alle verdachten een levenslange gevangenisstraf, maar de rechtbank veroordeelde het merendeel tot zes jaar celstraf, omdat het alleen doodslag op een van de drie slachtoffers bewezen achtte.

De zitting van maandag kenmerkte zich door een geprikkelde sfeer tussen een aantal advocaten en de advocaat–generaal. De aanklager liet bij herhaling blijken weinig van de zaak te weten. Zo wist hij bijvoorbeeld niet uit zijn hoofd in welke plaats het clubhuis van de Nomads staat. Advocaat N. Meijering hekelde het gebrek aan voortvarendheid van het OM in deze zaak. De aanwezige verdachten antwoordden op een vraag van het hof bijna allemaal dat ze ten onrechte zijn veroordeeld. „Er moet een einde komen aan dit circusgebeuren. Als het een tennisclub was geweest, hadden we niet zo lang vastgezeten", zei een van hen.

Zowel een aantal raadslieden als de aanklager verzocht het hof een schouw te houden in het clubhuis, maar het hof ziet daar vooralsnog geen noodzaak toe. De inhoudelijke behandeling van de zaak, waarvoor negen zittingsdagen zijn uitgetrokken, begint op 8 mei.