Ledental GKV vorig jaar weer gedaald
ASSEN - Het ledental van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) is vorig jaar opnieuw gedaald. Per 30 september 2005 bedroeg het aantal leden 125.970. Een jaar eerder waren dat er nog 126.310, een vermindering van 340.
Dat blijkt uit het vrijdag verschenen ”Handboek 2006” van de GKV.De afname betrof overigens alleen de doopleden: per 30 september bedroeg hun aantal 46.521, 467 minder dan op 1 oktober 2004 (46.988). Het aantal belijdende leden liet een toename zien: van 79.322 per 1 oktober 2004 naar 79.449 een jaar later. Per 30 september 2004 was het totaalaantal leden van de GKV, na een jarenlange periode van stijging, voor het eerst gedaald.
„De groei is eruit”, concludeert ds. J. H. Kuiper in zijn ”Jaaroverzicht 2005”. Zo worden er minder kinderen geboren en gedoopt. „In 2004 gingen een aantal mensen weg naar de nieuw-vrijgemaakte kerken. Die blijven echter in ledental rond de 1500 hangen.”
Begin 2005 was er vooral in het noorden van het land onrust, vervolgt de Assense predikant, „omdat behoorlijk veel mensen zich aansloten bij de Vrije Baptisten te Drachten, onder leiding van ds. Bottenbley. De gemeente groeit uit tot een megakerk, een verschijnsel dat je verder vooral in de Verenigde Staten tegenkomt. Maar de verbazingwekkende groei van de Bethelgemeente betekent niet een toename van het aantal christenen in Nederland. Vaak gaat het om mensen die al elders lid waren van een kerk of evangelische gemeente. Uit de cijfers blijkt dat zo’n 400 mensen naar „andere kerken” vertrokken zijn. Daarbij zou het wel om evangelische kerken kunnen gaan.”
Opvallend, aldus ds. Kuiper, is verder „ook dit jaar weer het behoorlijke aantal mensen van wie gezegd wordt dat ze buiten de gemeenschap van de kerk staan: 50” (zij werden „afgesneden”). In totaal 1705 GKV-leden onttrokken zich, blijkens het statistisch overzicht, zelf aan de kerk: 1011 belijdende en 694 doopleden. Ruim 440 personen (263 belijdende en 180 doopleden) werden „tot gemeenschap toegelaten.”
De schrijver van het jaaroverzicht maakt verder melding van een enquête die hij hield onder plaatselijke kerken over het onderwerp geestesgaven. Hieruit blijkt (met de nodige slagen om de arm) dat de discussie over geestesgaven in 68 vrijgemaakte kerken een rol speelt, in 143 kerken niet. Vijftien gemeenten gaven aan dat er in hun gemeente „mensen zijn die deze gaven concreet hebben”, 120 kerken zeiden dat dit niet het geval is.
Op de vraag of men kon aangeven om welke gaven het dan ging, werden genoemd tongentaal, profetie, gebed en woord en bevrijdingspastoraat. „Eén kerk gaf aan dat iedereen een gave heeft, naar aanleiding van 1 Korinte 12. In deze reactie proef je de verwarring rond de begrippen”, aldus ds. Kuiper.
Op de vraag of zij ruimte bieden voor deze gaven binnen de kaders van de gereformeerde kerk, antwoordden 50 kerken met ja; 75 antwoordden ontkennend.
„Hoeveel mensen kennen het verlangen naar meer van de Geest?” luidde ten slotte een vraag. Hierop antwoordden 59 vrijgemaakte kerken dat het gaat om 1-10 procent; 45 kerken gaven aan dat dit 10-25 procent is; 21 kerken zeiden dat het nog meer mensen betreft.
„Hoe je er ook over denkt”, concludeert ds. Kuiper, „je kunt er niet onderuit dat het een gespreksonderwerp is binnen de kerken. Het valt niet meer weg te denken.”
Zijn overzicht bevat nóg een onderzoekje: naar de vraag of er sprake is van verontrusting over allerlei ontwikkelingen binnen de GKV. Hierop antwoordden 177 kerkenraden met ja en 44 met nee. „Daarna was er een vraag over het percentage: 147 kerkenraden gaven aan dat minder dan 10 procent van de kerkleden verontrust is. 23 kerkenraden gaven aan dat tussen de 10 en 25 procent verontrust is. 7 kerkenraden gaven aan dat meer dan 25 procent verontrust is.”