Geweldsexplosie Irak: 130 doden
BAGDAD - Veel Iraakse steden waren donderdag opnieuw het toneel van gewelddadige confrontaties tussen sjiitische en soennitische moslims. Sinds woensdag zijn zeker 130 mensen omgekomen. De Iraakse regering heeft een uitgaansverbod ingesteld.

Aanleiding voor de geweldsexplosie was de aanslag woensdag op een van de belangrijkste sjiitische heiligdommen, de Gouden Moskee in Samarra, die bij een bomaanslag vrijwel geheel werd verwoest.Ondanks oproepen van politieke en religieuze leiders om kalm te blijven, sloeg donderdag opnieuw de vlam in de pan. Alleen al in de hoofdstad Bagdad kwamen zeker zestig en mogelijk meer dan tachtig mensen om het leven. De Iraakse autoriteiten hebben in Bagdad en in drie provincies een uitgaansverbod afgeroepen tot vandaag 16.00 uur. Dat betekent dat veel Irakezen niet naar het vrijdaggebed kunnen. Politie en leger hebben alle verloven ingetrokken. Vooral rond moskeeën, waarvan er tientallen zijn aangevallen, zijn extra veiligheidsmaatregelen van kracht.
Net buiten Bagdad doodden onbekenden donderdag tientallen mensen die terugkeerden van een demonstratie tegen de aanslag op de Gouden Moskee. Ze hadden een wegversperring opgezet, waarbij zij automobilisten uit hun voertuigen sleurden en doodschoten. Volgens de politie kostte de actie aan zeker 47 sjiieten en soennieten het leven.
Zestien anderen, acht Iraakse soldaten en acht burgers, kwamen gisteren om bij een bomaanslag in het centrum van Baquba. Nog eens twintig mensen raakten volgens de politie gewond. Onder de slachtoffers van het geweld zijn ook drie Iraakse journalisten, onder wie de verslaggeefster Atwar Bahjat van het televisiestation Al-Arabiya.
Donderdagavond werd in de Koerdische stad Tuz Khormato een sjiitische geestelijke doodgeschoten. In het overwegend sjiitische Hillah werd een soennitische imam vermoord. In het hele land zouden sinds de aanslag op de moskee met de gouden koepel in Samarra tien imams zijn vermoord en vijftien geestelijken zijn ontvoerd. In Bagdad en in het sjiitische zuiden van Irak werden donderdag tientallen lichamen gevonden van mensen die waarschijnlijk woensdagavond zijn vermoord. Van veel slachtoffers waren de handen op de rug samengebonden.
De meeste doden zijn soennieten die slachtoffer werden van wraakacties door sjiieten. Sjiieten houden radicale soennieten verantwoordelijk voor de aanslag op de Gouden Moskee in Samarra. De aanslag op de moskee, een van de belangrijkste sjiitische heiligdommen ter wereld, veroorzaakte geen slachtoffers, maar zorgde wel voor grote beroering onder de sjiitische meerderheid in Irak. De daders zouden het land met hun terreurdaad verder willen ontwrichten.
De aanslag en de daaropvolgende golf van geweld hebben de toch al gespannen verhoudingen tussen de rivaliserende geloofsgemeenschappen in Irak verder op scherp gezet. Sinds de val van Saddam Hussein hebben de sjiieten de meeste politieke macht in Irak naar zich toe getrokken. Voor de soennitische minderheid, die jarenlang de dienst uitmaakte, is nog maar een marginale rol weggelegd.
Het geweld dreigt de vorming van een regering van nationale eenheid te dwarsbomen. President Jalal Talabani riep vertegenwoordigers van de belangrijkste politieke partijen bijeen voor spoedoverleg. De grootste soennitische politieke beweging, het Iraaks Consensus Front, schortte donderdag de onderhandelingen op. De organisatie vindt dat de regering van de sjiitische premier Ibrahim al-Jaafari te weinig doet om de soennitische bevolkingsgroep te beschermen tegen het escalerende geweld.
De Amerikaanse president George Bush toonde zich donderdag zeer bezorgd over de gespannen situatie in Irak. Hij riep de strijdende partijen op de rust te bewaren. De aanslag in Samarra noemde hij een „politieke daad”, bedoeld om Irak in een burgeroorlog te storten. De Amerikanen wezen woensdag het terreurnetwerk al-Qaida aan als de schuldige.