Kosovo is formeel nog steeds onderdeel van Servië–Montenegro, maar staat sinds 1999 onder tijdelijk VN–bestuur. De NAVO greep dat jaar met bombardementen in in het conflict tussen de Kosovo–Albanezen en hun Kosovo–Bevrijdingsleger (UCK) enerzijds en de Servische politie en het Joegoslavische leger anderzijds. Het Westen zei toen dat het een humanitaire ramp wilde voorkomen en een einde aan de gewelddadigheden wilde maken.Eerder had de speciale VN–gezant voor Kosovo, de Finse oud–president Martti Ahtisaari, verkennende gesprekken gevoerd met beide partijen afzonderlijk. Na die onderhandelingen, die in november begonnen, toonde de Fin zich pessimistisch dat zoals gepland binnen een jaar een akkoord kan worden bereikt. De Servische minderheid in Kosovo wil bij Servië–Montenegro blijven horen. De Kosovo–Albanezen gaan voor volledige onafhankelijkheid. De VN–bemiddelaars zeggen dat een akkoord de wens van de meerderheid moet weerspiegelen.

De onderhandelingen vinden plaats in een paleis in Wenen en worden geleid door de Oostenrijkse diplomaat Albert Rohan, de plaatsvervanger van Ahtisaari. De mogelijke onafhankelijkheid van Kosovo staat nog niet op de agenda: voorlopig gaat het over ’decentralisatie’, waarvan de Servische minderheid in haar enclaves zou profiteren.

„Wij hebben aan meneer Ahtisaari beloofd ons aan de agenda te houden", aldus de Kosovaarse delegatieleider Lutfi Haziri maandag. Hij voegde eraan toe: „De onafhankelijkheid zal nog aan de orde komen".

De Servische delegatieleider Slobodan Samardzic zei tegen journalisten geen snelle resultaten te verwachten: „Ons doel is de autonomie van de Serven van Kosovo". Volgens de organisatoren van de onderhandelingen zal Servische autonomie op terreinen als onderwijs, cultuur en gezondheidszorg worden besproken.

Naast Serviöers en Kosovaren zijn de VN, Verenigde Staten en de Europese Unie vertegenwoordigd aan de onderhandelingstafel.