Een vraag
Wij zouden een mens terecht onwijs verklaren, die zich meer zou bekommeren omtrent de verzorging van zijn woning die hij binnen enkele dagen zal moeten verlaten dan om een huis waarin hij verzekerd was zijn dagen te zullen eindigen. Zo kan zo’n mens voor het aangezicht van God niet wijs geacht worden, die alleen geeft om de genietingen van deze ellendige en vergankelijke wereld waarvan hij binnenkort moet scheiden en zijn ziel verzuimt om te zoeken naar een huis, niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemel.
Vergun mij, waarde lezer, aan u een vraag te stellen. Daarna zal ik u ook helpen om die te beantwoorden vanuit Gods Woord. Dat is het Woord door welke ik geoordeeld word in de jongste dag en waarbij wij eeuwig staan of vallen moeten.Het is deze vraag: Terwijl ik maar een korte tijd op deze wereld kan vertoeven en mogelijk zonder een voorafgaande waarschuwing in een ogenblik word afgesneden, ben ik dan voor de dood bereid om de eeuwigheid in te stappen?
Nadat ik u deze vraag gesteld heb, mocht de Heere u helpen daar een recht antwoord op te geven, opdat gij uzelf niet met valse hoop vleit indien u voor de dood en eeuwigheid niet bereid bent.
Richard Hill predikant in Schotland (”Een geschenk voor uw buurman”, 1783)