Boven alles
De mens komt als een bloem en wordt afgesneden. Ja, in het midden van het leven zijn we in de dood. Omdat nu deze dingen zo zijn, moet ieder mens -hetzij oud of jong, arm of rijk, want dit maakt geen onderscheid bij God- zich deze vraag voor ogen stellen: Terwijl ik maar een korte tijd op deze wereld ben en mogelijk zonder een waarschuwing vooraf in een ogenblik kan afgesneden worden, ben ik dan voor de dood bereid en gereed om de eeuwigheid in te stappen?
Deze ongetwijfeld allergewichtigste vraag moet de ziel zich met de grootste eenvoudigheid voor ogen stellen. Zij moet hem met de uiterste voorzichtigheid en getrouwheid beantwoorden. Hoewel wij onszelf of anderen mogen misleiden, kunnen wij nochtans die God onmogelijk bedriegen Die ogen heeft als vlammen vuurs, ja Die het hart doorzoekt en de nieren proeft en Die ziet naar waarheid in het binnenste.Hoezeer het nu noodzakelijk is dat een ieder zijn werk en plicht met nauwgezetheid zal volbrengen in de stand in welke het God behaagd heeft hem te plaatsen, zijn er nochtans zeer weinigen zo verhard in de zonde en verstrikt door de duivel, dat zij niet erkennen dat de welstand van de ziel boven alle dingen moet gezocht worden.
Richard Hill predikant in Schotland (”Een geschenk voor uw buurman”, 1783)