Kasteel Drakensteyn geliefd bij Oranjes
Kasteel Drakensteyn in het Utrechtse Lage Vuursche krijgt een grote opknapbeurt, zo werd maandag bekend. Het privéonderkomen van koningin Beatrix moet straks weer aan de eisen van de tijd voldoen. Zodat koningin Beatrix er na haar aftreden kan gaan wonen? De locatie leent zich er in ieder geval voor.
„Daar wil ik wonen”, moet de kleine prinses Beatrix hebben uitgeroepen toen zij als kind eens met een verzorgster een wandeling maakte en langs het mooie kasteeltje kwam. Zo gebeurde. In 1959 kocht zij het landgoed van 20 hectare in de Utrechtse bossen en ging er wonen.Ze kocht een kasteel met een lange geschiedenis, want al in de 14e eeuw is er sprake van een versterkte ridderhofstede met gracht op de plaats van het huidige kasteel. Bewoner: Werner van Drakenburg. Het is niet uitgesloten dat het huidige gebouw op de fundamenten van de oude hofstede staat. De typische achthoekige vorm van het gebouw wijst daarop. De ridders van Drakenburg hebben tot in de 16e eeuw op Drakensteyn gewoond.
Het kasteel in zijn huidige vorm stamt uit de 17e eeuw. Opdrachtgever voor de bouw was jonker Gerard van Reede, die in de nabijheid ook een kerkje en een school liet bouwen. Toen was het geld dan ook op. Bij zijn dood bleek Gerard van Reede enorme schulden te hebben, zodat de familie het landgoed moest laten veilen.
Na verschillende eigenaren te hebben gehad, kwam Drakensteyn in 1806 in handen van mr. Paulus Willem Bosch, burgemeester van Utrecht. Hij kreeg er de titel jonkheer Van Drakenstein bij. De familie Bosch van Drakenstein bleef de eigenaar tot prinses Beatrix in 1959 het overnam.
Binnendoor
De ligging van het kasteeltje was erg gunstig voor de net afgestudeerde Beatrix: een rustige plek in de natuur en haar ouders woonden om de hoek op Paleis Soestdijk. Zonder op de openbare weg te komen, kon zij door de bossen naar het paleis lopen of fietsen.
Pas in 1963 kon prinses Beatrix het kasteel betrekken. Eerst was een grote restauratiebeurt nodig, constateerden medewerkers van de Rijksdienst voor Monumentenzorg. Tijdens de Tweede Wereldoorlog had het gebouw veel schade opgelopen, toen het een opvangoord voor Duitse kinderen was en later ook onderdak bood aan Duitse militairen. De restauratie duurde daardoor langer en viel duurder uit dan verwacht. Zo moesten de bijgebouwen op het voorterrein opnieuw worden gebouwd.
Vanaf 1963 bereidde Beatrix zich in het kasteel verder voor op de troon. Eerst alleen, later samen met prins Claus. Het was in de tuinen van Kasteel Drakensteyn dat zij, gearmd, voor het eerst met hem werd gesignaleerd. Op 1 mei 1965 wist fotograaf John de Rooy de eerste foto van het tweetal te maken. Het zou nog dagen duren voordat het publiek van de foto’s kennis kon nemen. Want het was niet een, twee, drie duidelijk wie de man op de foto was. Toen dat wel bekend werd, was Nederland in rep en roer.
Na het huwelijk in 1966 ontving het kroonprinselijk paar tal van mensen op Drakensteyn. Dat varieerde van kunstenaars, artiesten en wetenschappers met wie zij diepgaande discussies voerden, tot de oud gereformeerde predikant ds. J. van Prooijen. De predikant bezocht het stel als voorzitter van de Nederlandse vereniging tot bevordering van de zondagsrust en de zondagsheiliging na een uitnodiging vanwege een brief van de vereniging aan het paar.
Met hun drie kinderen, Willem-Alexander, Friso en Constantijn, hadden de prinses en de prins op Drakensteyn een heerlijke tijd. Later zouden zij dat meer dan eens laten weten.
Na de troonsbestijging in 1980 bleef het gezin nog een jaar in Lage Vuursche wonen, omdat Paleis Huis ten Bosch niet gereed was. Na 1981 keerde de familie af en toe een weekend terug. Vooral prins Claus vertoefde graag een paar dagen op Kasteel Drakensteyn. De laatste jaren is het gebouw amper benut.
Van het mooie gebouw is voor de passant weinig te zien. Dicht struikgewas en bomen ontnemen de laatste jaren het zicht op het kasteel. Grote toegangshekken maken wel duidelijk dat er achter die bomen een belangrijk gebouw moet staan.
Atelier
Het achtkantige kasteel heeft op de begane grond een royale hal, een werkkamer die vroeger door koningin Beatrix werd gebruikt, een eetkamer en een kleine salon. In het souterrain bevinden zich de keuken en andere werkvertrekken voor het personeel. Op de eerste verdieping zijn de grote salon en twee slaapkamers.
Op de zolderetage had prinses Beatrix tot de geboorte van haar kinderen haar atelier. Dat verhuisde naar een van de bijgebouwen op het voorterrein, toen er ruimte moest komen voor slaapkamers van de drie jongens.
Helemaal boven in het kasteel is nog een kleine vliering met een doorgang naar het platte dak met het karakteristieke koepeltje.
Toen het kroonprinselijk paar nog op Kasteel Drakensteyn woonde, bevonden zich in de bijgebouwen de onderkomens voor het personeel en de bewaking.