„Mogelijk uitstel uitbreiding EU”
Polen en Tsjechië sluiten enige vertraging bij de onderhandelingen over de toetreding tot de EU niet uit. Zij willen in ieder geval niet in een situatie terechtkomen dat zij onder druk van de tijd ongunstige voorwaarden moeten accepteren.
Wellicht bereikt de Unie intern pas op het nippertje overeenstemming over wat zij de kandidaat-lidstaten heeft te bieden in de sfeer van inkomenssteun aan boeren, het belangrijkste resterende knelpunt. Bondskanselier Schröder, die helemaal geen toeslagen aan de agrarische bevolking in het voormalige Oostblok wenst toe te kennen, speculeerde vorige week wat dat betreft op december. Dat zou het erg moeilijk maken om voor het eind van het jaar het overleg met de aspirant-leden af te ronden.
„Als het niet mogelijk blijkt onder normale condities de finale besprekingen te voeren, zullen we vragen om verlenging. We laten ons niet afschrikken door de waarschuwing dat de trein van de uitbreiding op een bepaald moment vertrekt”, zo liet de Poolse minister van Buitenlandse Zaken, Cimoszewicz, vrijdag weten. „Een verschil van twee tot vier weken heeft geen historische betekenis. We proberen er alles aan te doen om op 1 januari 2004 te kunnen aansluiten, maar we moeten ook weer niet al te veel waarde hechten aan die datum”, aldus de bewindsman.
De voornaamste onderhandelaar van de Tsjechen, Telicka, verklaarde op zijn beurt in Brussel dat hij wil doorpraten tot er een acceptabel akkoord ligt. Hij wijst erop dat als hij met een slecht resultaat thuiskomt, de kans groot is dat de kiezers volgend jaar bij het dan te organiseren referendum de overstap naar de EU zullen tegenhouden.
Denemarken, dat vanaf 1 juli het voorzitterschap van de Unie bekleedt, voelt niets voor uitstel. „Dit is een historisch momentum. Dat dient zich geen tweede keer aan”, benadrukt de minister van Buitenlandse Zaken, Moller. Hij vreest dat als tijdens de top van Kopenhagen, half december, de definitieve beslissing uitblijft, er wel eens een lange vertraging kan optreden. „Dan lukt het drie maanden later ook niet een oplossing te vinden voor de nog bestaande problemen”, voorspelt hij.
Veel Turken zijn voor afschaffing van de doodstraf als dat het lidmaatschap van de EU dichterbij kan brengen. Daar moet dan wel een levenslange gevangenisstraf voor in de plaats komen. Dat blijkt uit een vrijdag gepubliceerde peiling van de Turkse denktank Tesev en onderzoekers van de Bosporus-universiteit in Istanbul.
De publicatie komt terwijl de Turkse regeringspartijen aan het bakkeleien zijn over de hervormingen die door de EU van Turkije verlangd worden om in aanmerking te komen voor het lidmaatschap. Vooral de nationalistische partijen hebben hun verzet tegen zaken als afschaffing van de doodstraf of legalisering van uitzendingen en onderwijs in de Koerdische taal verhard en lijken daarin een breuk in de coalitie voor lief te willen nemen. Zij willen de ter dood veroordeelde Koerdische rebellenleider Abdullah Öcalan zien hangen en vrezen dat het land uiteen zal vallen als etnische minderheden meer rechten krijgen.
Volgens het onderzoek zou 46 procent van de Turken in een referendum voor het EU-lidmaatschap stemmen en 30 procent tegen. Ruim de helft van de Turken (54 procent) is tegen afschaffing van de doodstraf, maar 62 procent is voor als hier levenslang voor in de plaats komt en dit het EU-lidmaatschap dichterbij brengt. Tussen de 56 en 58 procent is tegen opheffing van de verboden op uitzendingen en onderwijs in het Koerdisch; van de Koerdisch sprekende bevolking is 68 à 69 procent voor.
Van de ondervraagden meent 42 procent er bij het EU-lidmaatschap op vooruit te zullen gaan, slechts 20 procent achteruit. Een ruime meerderheid (77 procent) zou niet overwegen naar Europese landen te emigreren als de welvaart in Turkije toeneemt.
Voor het onderzoek werd tussen 18 mei en 4 juni van 3060 mensen de mening gepeild. De foutenmarge is 1,8 procent.
Volgens het onderzoek zien de Turken defensie en nationale en religieuze waarden als twee terreinen waar zij vrezen dat het EU-lidmaatschap zal botsen met de Turkse soevereiniteit. Van de ondervraagden ziet 49 procent de EU als een „christelijke club”, terwijl 42 procent meent dat in de EU ruimte is voor een moslimland.