Moordende concurrentie
De Olympische Winterspelen zijn op dit moment in volle gang. Duizenden sporters concurreren tegen elkaar voor het goud, de roem en de glorie. Onder de lezers van deze krant zullen waarschijnlijk weinigen deze spelen volgen. Sport is immers verdwazing, verspilling van geld en verheerlijking van de mens. Maar is sport geen afspiegeling van ons gehele bestaan?
Bedrijven concurreren met elkaar op leven en dood. In de strijd met de concurrenten kan er maar een de winnaar zijn. Binnen bedrijven woedt vaak ook een concurrentiestrijd tussen medewerkers. Wie krijgt de felbegeerde promotie, wie de bonus en wie de meeste lof en waardering?De politiek lijkt hierop geen uitzondering. Bij de komende gemeenteraadsverkiezingen gaat het erom welke partij de meeste stemmen krijgt, wie de populairste politici worden en wie mag besturen en regeren.
Gunst en geld
Binnen andere sectoren lijkt het ook wel alsof de concurrentiestrijd de boventoon voert. Scholen die met elkaar concurreren om de beste leerlingen en de beste leerprestaties. Goede doelen die met elkaar strijden om gunst en geld van de donateur. En overheidsinstellingen die met elkaar concurreren om extra budgetten en privileges.
Ook op het persoonlijke vlak wordt er heel wat afgeconcurreerd. Kinderen beconcurreren elkaar op bijvoorbeeld het mooiste speelgoed, de meeste vriendjes en de meeste talenten. Volwassenen concurreren met elkaar om wie het meest verdient, wie de meest luxe auto heeft en wie de duurste kleren draagt.
En ook wiens (klein)kinderen het beste terechtkomen, wie de interessantste kennissen en contacten heeft en wie over veel aanzien en invloed beschikt. Het schoolplein, de vereniging, de winkelstraat en zelfs de kerk zijn plaatsen die worden gebruikt om zich te laten zien.
Dit concurrentiestreven kan tot zeer ongewenst en verwerpelijk gedrag leiden. Waar sporters hun toevlucht kunnen nemen tot doping, daar kunnen bedrijven zich wenden tot corruptie en frauduleus gedrag, medewerkers tot het elkaar vernederen, politici tot het elkaar in diskrediet brengen, scholen tot het manipuleren van prestatiemetingen, goede doelen tot het agressief en vijandig bejegenen van burgers en overheidsinstellingen tot het gebruik van listige methoden.
Een tweede en veel groter gevaar is dat mensen gaan denken dat ze pas wat zijn als ze het goed doen in de concurrentie. Je bent wat je hebt en wat je zichtbaar presteert. Wat je bent schuilt in je bezit en in je prestaties ten opzichte van anderen. Men holt zich daardoor vanbinnen uit. De ander wordt gezien als bedreiging, als mogelijke aantasting van de eigen positie en reputatie. Slechts via anderen kan ik mezelf profileren. Ik tel mee zolang ik meer voorstel dan een ander.
Wedloop
De Bijbel spreekt eveneens over een wedstrijd. Een wedloop welteverstaan, maar wel een met een heel andere concurrentie. Een concurrentie niet tegen anderen, maar een strijd tegen zichzelf. Een strijd tegen onder andere de eigen hoogmoed, hebzucht en status.
Winnaars van deze strijd krijgen ook een beloning. Niet de roem en glorie in dit huidige leven, maar een hemels leven tot roem en glorie van God. Christenen zouden zich wat minder druk mogen maken om de aardse concurrentiestrijd en meer om de hemelse strijd. Want het ene staat het andere in de weg.
De auteur is hoogleraar bedrijfsethiek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.