„Gemeenten HNHK mogen nieuwe eis inbrengen”
AMSTERDAM - De rechtbank van Amsterdam heeft in hoger beroep de Nederlandse hervormde gemeenten (in hersteld verband) die meedoen aan de zogenoemde ”verklaring voor recht”-procedure, alsnog het recht van tussenkomst verleend.
Dat betekent dat deze gemeenten in de rechtszaak eventueel nieuwe vorderingen mogen instellen.Dat heeft de scriba van de Hersteld Nederlandse Hervormde Kerk, ds. L. W. Ch. Ruijgrok, dinsdagavond desgevraagd meegedeeld.
In de ”verklaring voor recht”-procedure, die dateert van vóór 1 mei 2004, vragen de desbetreffende gemeenten of zij gerechtigd zijn met behoud van naam en goederen buiten de Protestantse Kerk in Nederland te blijven. Mocht de rechter uitspreken dat zij daartoe niet gerechtigd zijn, dan hebben genoemde gemeenten nu de mogelijkheid om de rechter te verzoeken dat deze uitspreekt dat er een zorgplicht is van de Protestantse Kerk ten opzichte van die gemeenten die buiten de PKN zijn gebleven. Door het samengaan van de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch Lutherse Kerk tot de Protestantse Kerk in Nederland per 1 mei 2004 scheurden vele tientallen hervormde gemeenten.
Volgens ds. Ruijgrok zullen -mocht de rechter de eis in de ”verklaring voor recht”-procedure afwijzen- de HNHK-gemeenten de vraag voorleggen „of het niet billijk is dat de goederen zoals die voor 1 mei 2004 toebehoorden aan de hervormde gemeente op redelijke en billijke wijze verdeeld worden tussen diegenen die voorheen weliswaar samen de hervormde gemeente vormden, maar door de kerkfusie uiteengevallen zijn in een deel dat wel en in een deel dat niet is meegegaan naar de PKN.”