Voor de goede orde: Loekie is geen fietsenfabrikant, zoals bijvoorbeeld grote zus Batavus in Heerenveen. Produceren gebeurt vanuit kostenoogpunt in Oost-Europa en in het Verre Oosten. Maar daarmee blijft het merk gewoon een op en top Hollands fabricaat. Marktonderzoek, het ontwerpen, marketing, promotie en service worden vanuit hartje Nederland aangestuurd.Hoewel volgens eigen zeggen een belangrijke speler in het segment tot en met 22-inchwielen (een inch is ongeveer 2,5 centimeter) is de onderneming in Veenendaal geen concern met hordes mensen in dienst. Wilma de Ruiter, verantwoordelijk voor de Loekieactiviteiten onder de paraplu van moederbedrijf Accell Group, vertelt het met enige trots: „Al het werk wordt met tien mensen gedaan. Wij zijn klein, maar fijn.” Exacte aantallen verkochte fietsen mag ze niet noemen, omzetgegevens evenmin. „Dat brengt de beursnotering van de Accell Group met zich mee.”

Loekie bestaat alweer een paar decennia. Handelsonderneming Hadee uit Kesteren stond 25 jaar geleden aan de wieg van het merk. De Ruiter: „Hadee verhandelde een breed assortiment, waaronder loopauto’s en kruiwagentjes. Alles wat kinderen beweegt, zeg maar. En voor die tijd was het bedrijf al vooruitstrevend waar het gaat om kleuren en design.” Loekie komt van Loek trouwens, destijds de naam van de directeur van Hadee. „Ze hadden een onzijdige merknaam nodig, te gebruiken voor zowel jongens- als meisjesfietsen.”

De huidige Loekiecollectie telt -in soorten en maten- zo’n tachtig modellen. Dat assortiment komt tot stand op basis van marktonderzoek waarbij het kind een prominente rol speelt. De Ruiter: „Op onze website bijvoorbeeld chat ik met kinderen. Ik wil graag weten wat zij belangrijk vinden als het om hun fiets gaat.” De resultaten van die sessies verrassen altijd weer. „Meisjes letten op details. Elke spaak een ander kleurtje bijvoorbeeld. Jongens gaan voor dikke framebuizen en verende voorvorken.”

Op internet kunnen kinderen ook daadwerkelijk aan de slag als fietsenontwerper. Met de Bike Constructor zijn sinds kort de gekste modellen te maken in de wonderlijkste kleurencombinaties. Deze service slaat aan. „We hebben al duizenden inzendingen binnen.” Uiteraard worden niet alle ingestuurde modellen ook daadwerkelijk in productie genomen. Maar de denkwereld van de jeugd is wel degelijk leidraad voor de Loekieontwerpers. „We kunnen een kinderfiets niet meer puur als een vervoermiddel benaderen. Een fiets is onderdeel van de kinderlifestyle.”

Ouders, en in toenemende mate grootouders, vormen een minstens zo belangrijke doelgroep. Veiligheid, duurzaamheid en betrouwbaarheid vormen de top 3 als het om belangrijke steekwoorden uit deze hoek gaat. „Een fiets is een behoorlijke investering. Daarvoor willen ouders wat terugzien. Ons uitgangspunt is A-merk te zijn met een acceptabele prijs-kwaliteitverhouding.”

Loekie belevert in Nederland zo’n duizend dealers. De verdergaande vergrijzing van het dealerbestand baart aan de ene kant zorgen, maar De Ruiter ziet ook lichtpunten: „We zien een daling van het aantal zaken, maar de winkels worden wel beter.” Dealerondersteuning is een belangrijke activiteit voor het Loekieteam.

Een minder groeiende economie betekent ook voor de vakhandel scherper zakendoen. „Voorraad houden kost geld en de presentatie van kinderfietsen vergt meer ruimte dan dat bij fietsen voor volwassenen het geval is. Daarbij komt dat de gemiddelde kassa-aanslag lager is. Dat zijn zaken die voortdurend onze aandacht vragen.”

Loekie is in de huidige verschijningsvorm ook in het Nederlandstalige deel van België verkrijgbaar. De distributiemogelijkheden buiten deze gebieden zijn nog niet zo heel groot. „De richtlijnen voor fietsen zijn per land heel verschillend. Op dat punt is er van uniforme Europese regels weinig te merken”, vindt De Ruiter. Verlichting op batterijen bijvoorbeeld is in Duitsland niet toegestaan zolang er niet ook een dynamo op de fiets zit. „Batterijen kunnen uitvallen, zo redeneren ze bij de oosterburen.” Delen van de ontwerpen van Loekie gaan overigens wel de grens over. De dochters Hercules (Duitsland) en Tunturi (Scandinavië) maken er dankbaar gebruik van. „En ook daar zijn we heel trots op.”