PKN bepleit respect in cartoonkwestie
UTRECHT - De beste reactie op de diepe afkeer van het Westen onder veel moslims is de rijkdom van de westerse cultuur te laten zien. Dat zei algemeen secretaris dr. B. Plaisier van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) donderdag. „Die rijkdom ligt in ons joods-christelijk erfgoed, en niet in ongebreidelde vrijheid en kwetsende spot.”
In reactie op de wereldwijde ophef over de Deense spotprenten van de profeet Mohammed, keurt dr. Plaisier op de website van de PKN zowel „kwetsende spot en minachting” als de gewelddadige reacties van moslims af. Hij roept moslims op om het om zich heen grijpende geweld openlijk te veroordelen.Dr. Plaisier noemt het geweld door moslims bedreigend. „Het doet de zaak van de islam geen goed en laat nog weer eens zien dat moslims in veel landen geen ervaring hebben met democratische rechten en moeilijk de afwegingen kunnen invoelen die in onze West-Europese samenleving gemaakt worden.”
Anderzijds vraagt de PKN-voorman zich af of de westerse ideeën over vrijheid niet zijn „losgeslagen.” „Vrijheid zonder respect voor de ander leidt op den duur tot uitsluiting van mensen en verwonding van het diepste dat een mens drijft. Het middel van spot kan soms helpen om vastgeroeste meningen in beweging te krijgen, maar we moeten ons ook steeds afvragen of het middel het doel nog wel dient.”
Ook de Raad van Kerken in Nederland riep gisteren op tot „bezinning en de-escalatie”, om te voorkomen dat de geweldsspiraal onomkeerbaar wordt. „Alleen de weg van bezinning en dialoog kan voorkomen dat de spanningen nog verder toenemen.”
De Raad wijst in een verklaring op de grenzen van de vrijheid van meningsuiting, hoewel hij huiverig is voor juridische beknotting van dat recht. „In onze ene wereld met haar veelheid aan culturen en religies is het een kwestie van innerlijke beschaving en soms ook letterlijk van levensbelang om alert te zijn op het voorkómen van het kwetsen van anderen, juist in datgene waar zij het meest gevoelig of zelfs kwetsbaar in zijn.”
Het feit dat veel moslims zich door de cartoons gekrenkt voelen, wordt volgens de Raad te gemakkelijk uitgelegd als een aanval op de vrijheid van meningsuiting. „Laten we eens beginnen met ons te verdiepen in het waarom van deze gevoeligheid. Ook wanneer moslims de commotie rond de cartoons aangrijpen om hun afkeer van de westerse samenleving te uiten, is dat hun goed recht, mits dit met respect en zonder geweld gebeurt.”
De Raad van Kerken toonde zich verheugd over de terughoudende opstelling van moslims in ons land in de cartoonkwestie. Hij sprak de wens uit dat de moslimgemeenschap dit, ook onder toenemende spanning, vol blijft houden.