Vorige week berichtte het college opgetogen dat het 81 van de 88 doelen die het zich bij zijn aantreden in 2002 had gesteld, heeft behaald. Er zijn volgens B en W successen geboekt op het gebied van veiligheid, woningbouw, onderwijs, integratie en economische vooruitgang.De Rekenkamer Rotterdam tempert de euforie en concludeert dat in 2005 38 mijlpalen aantoonbaar zijn behaald en 11 grotendeels. Er zijn 7 resultaatverplichtingen aantoonbaar niet behaald en voor 27 doelen is het onzeker of ze worden behaald. Voor de gehele collegeperiode acht de rekenkamer het realistisch dat het merendeel van alle doelen volledig dan wel grotendeels zal worden behaald. Voor ruim een kwart is dat onzeker. Deze onzekerheid is te wijten aan het nog onvoldoende ordelijk beheren van de doelen, waaronder een controleerbare registratie en rapportage van de behaalde resultaten.

Onder andere de veiligheid in het openbaar vervoer en het terugdringen van het percentage zwartrijders zijn niet verbeterd. Er is geen hogere uitstroom van werklozen en werknemers met tijdelijke banen naar een vaste baan. Nieuwkomers kennen de Nederlandse taal nog altijd onvoldoende en signalen over te hoge werkdruk van ambtenaren zijn nog onvoldoende onderzocht.

Het college reageert met gemengde gevoelens op de rapportage van de rekenkamer, temeer waar het gaat over het voortdurend bijstellen van de doelen waarover volgens de Rekenkamer Rotterdam de gemeenteraad onvoldoende zou zijn geïnformeerd. Het college bestrijdt dat.

Oud-wethouder M. Pastors van Leefbaar Rotterdam vindt dat de rapportage te weinig warmte uitstraalt voor wat het college voor elkaar heeft gekregen in de achterliggende regeerperiode. „Waar het college zegt: „Mooi bos toch?”, loopt u over het pad en beschrijft u de afgebroken takjes en concludeert vervolgens dat het geen mooi bos is. U doet het maximale om de betrouwbaarheid van het college ter discussie te stellen”, aldus Pastors. De rekenkamer bestrijdt de visie van Pastors.