„Jongeren denken bij een baan aan stropdas en pak”
ROTTERDAM - Bedrijven moeten voldoende stageplekken voor jongeren vrij maken. Anders krijgen zij straks door de vergrijzing en de vervangingsvraag zelf de rekening gepresenteerd, meent FNV-voorzitter Agnes Jongerius.
Maar werkgevers staan nog steeds niet te trappelen. „Eén leerling kost me anderhalf keer zo veel als een Pool.”Honderd mannen tegen één vrouw. Slechts een handjevol vrouwelijke werkgevers heeft aan de uitnodiging gehoor gegeven. Jongerius zette woensdagmiddag in een zaal in het complex van de Rotterdamse voetbalvereniging Sparta tegenover de leden van de kring Rotterdam/ Waterweg van VNO-NCW West uiteen hoe arbeidsmarkt en onderwijs op elkaar moeten worden aangesloten.
Rijnmond staat aan de vooravond van een sterke vraag naar nieuwe arbeidskrachten. Sterker nog, het ’zuchtje’ van de opleving van de Nederlandse economie is in Rotterdam al een stevige bries, zegt de voorzitter van de werkgeverskring, C. Schoenmakers.
Door de uitstroom van oudere vaklieden en de autonome groei zullen er tot 2010 in de regio tussen de 100.000 en de 120.000 nieuwe werknemers gevonden moeten worden. Vooral vaklieden met vmbo- en mbo-niveau worden node gemist. Aan de andere kant behoort Rotterdam tot de koplopers als het gaat over de jeugdwerkloosheid. Die bedraagt circa 12 procent. Duizenden jongeren tussen de 16 en de 25 jaar hebben hun opleiding -veelal het vmbo- voortijdig afgebroken en slenteren langs de straat.
Een deel van hen is inmiddels kansloos, zo gaf Jongerius toe. „Dat ligt niet altijd aan henzelf. Er was de afgelopen jaren sprake van economische tegenwind, verschillende jongeren hebben ook de verkeerde opleiding gekozen.”
Maar dat wil niet zeggen dat de vakbondsvoorzitter alles bij het oude wil laten. Misschien moeten zelfs wel de voorstellen van de voorzitter Hans de Boer van de Task Force Jeugdwerkloosheid werkelijkheid worden. Dat betekent een heropvoeding van notoire dwarsliggers.
Het overgrote deel van de werkloze jongeren wil wel, daarvan is Jongerius overtuigd. „Er is heel veel talent.” Scholen moeten echter praktijkgerichter worden, op een uitdagender wijze lesgeven en meer voeling hebben met de praktijk.
En voor de werkgevers heeft de FNV-voorzitter eveneens drie aandachtspunten. „Overleg met de school in de buurt, meld je aan als leerbedrijf en ga vaker in gesprek met de jongeren zelf.” Ze benadrukt dat er bij het ministerie 75 miljoen euro aan subsidies voor jeugdbanen op de plank ligt.
Tijdens een daaropvolgend debat wordt duidelijk dat de gemiddelde baas opziet tegen allerlei administratieve taken die zijn gekoppeld aan de met subsidies omgeven leerbanen. Vooral het midden- en kleinbedrijf, een niet te verwaarlozen factor in werkgeversland, vreest de papieren rompslomp. Daarbij komen dan nog de arbeidskosten. Bovendien blijken scholen en werkgevers elkaar lang niet altijd te begrijpen.
De aannemer heeft vijf personeelsleden. „Ik heb één leerling, maar die is nog altijd anderhalf keer zo duur als een Pool.” Veel aanwezigen in de zaal knikken instemmend.
Jongerius reageert fel. „Er kunnen en mogen geen twee soorten arbeidsvoorwaarden ontstaan. We hebben ons de afgelopen jaren aan de loonmatiging gehouden en kijken nu even de andere kant op. Anders krijgen we ruzie.”
Ook het ontslagrecht komt ter sprake. Vakbondsvrouw Jongerius meent dat het ten diepste niet gaat om een versoepeling van het ontslagrecht, maar om een vermindering van de ontslagvergoeding. „Als u dat toegeeft, zijn we een flinke stap verder.”
Schoenmakers bepleit ten slotte een nieuwe reclamecampagne van SIRE. „Veel jongeren denken bij een baan aan een stropdas en een pak. Ze weten niet wat een loodgieter draagt, laat staan wat hij doet.”