Gereformeerde theologie elders in de wereld
Titel: ”The Pattern of Sound Doctrine. Systematic Theology at the Westminster Seminaries. Essays in Honor of Robert B. Strimple”
Auteur: David VanDrunen (red.)
Uitgeverij: Reformed & Presbyterian Publishing Co. Phillipsburg, New Jersey, 2004
ISBN 0 87552 717 5
Pagina’s: 311
Prijs: $18,99.
Samen met de ”Gereformeerde Dogmatiek” van Herman Bavinck behoort de ”Systematic Theology” van de Amerikaanse theoloog Charles Hodge (1797-1878) tot de belangrijkste gereformeerde dogmatieken die in de tweede helft van de negentiende eeuw het licht zagen. Hodge was verbonden aan Princeton Theological Seminary. Tot 1929 was deze instelling welbewust orthodox gereformeerd. De reorganisatie die toen plaatshad, leidde tot de oprichting van Westminster Theological Seminary in Philadelphia. De eerste dogmaticus die er doceerde was de uit de Free Presbyterian Church of Scotland afkomstige John Murray. Apologetiek werd vele decennia gegeven door Cornelius van Til. Murray en meer nog Van Til hebben heel sterk het gezicht van Westminster Seminary bepaald. Van Til zette een vraagteken bij de kennisleer van het oude Princeton. Volgens hem is wetenschap en zeker theologische wetenschap nooit objectief. Een universeel aanvaardbaar objectiviteit is een fictie.
In 1979 opende Westminster Theological Seminary een tweede campus in Escondido, Californië, terwijl onlangs in Dallas een derde campus werd geopend. Westminster Theological Seminary wil de lijn van Princeton voortzetten.
De feestbundel voor Robert B. Strimple, die zowel in Philadelphia als in Escondido dogmatiek doceerde, werpt er licht over in hoeverre dat is waargemaakt. De rode draad die door de bijdragen loopt is de rol die dogmatiek of systematische theologie onder andere in relatie tot andere theologische disciplines speelde in de Westminster Seminaries.
Kenmerkend voor Princeton was de nadruk op zowel het objectief wetenschappelijke karakter van de dogmatiek als op de begeerte trouw te blijven aan de gereformeerde leer. Hodge beroemde zich op het feit dat zijn theologische bijdrage niet origineel was. De nadruk op het wetenschappelijk karakter van de dogmatiek betekende in de praktijk dat de dogmatiek sterk vanuit de exegese werd opgebouwd. De begeerte trouw te blijven aan de gereformeerde leer garandeerde aandacht voor de geschiedenis van de theologie.
Uit verschillende bijdragen wordt duidelijk dat het laatste punt niet altijd het sterkste is geweest aan de Westminster Seminaries. Veel minder dan in het oude Princeton het geval was, was men beducht voor de schaduwzijden van vernieuwende benaderingen en ontwikkelingen. De bijdragen van onder andere Hart en Godfrey maken duidelijk dat alumni van Westminster soms met een beroep op Bijbelse theologie waardevolle noties uit de dogmatiek verwaarloosden. Godfrey onderstreept het belang van goede kennis van de geschiedenis van de theologie en van de gereformeerde belijdenisgeschriften in het bijzonder om de leer van de rechtvaardiging op een zuivere wijze te bewaren.
Horton laat zien dat degenen die Bijbelse theologie tegenover overgeleverde dogmatiek stellen, wel oog plegen te hebben voor de vooronderstellingen van dogmatiek maar niet voor eigen vooronderstellingen. Een aantal benoemingen aan de Westminster Seminaries waaronder die van Carl Truemann, betekende duidelijk een correctie op de onderwaardering van de geschiedenis van de theologie.
Belangwekkend is de bijdrage van R. Scott Clark over het aanbod van genade. Scott Clark beklemtoont dat de discussie over het aanbod van genade niet alleen een exegetische discussie is. Op de achtergrond speelt de vraag of wij een onderscheid mogen maken tussen God in Zichzelf en God zoals Hij Zich aan ons openbaart. Degenen die het algemene aanbod van genade afwijzen, plegen deze onderscheiding niet of nauwelijks te maken. In de theologie van onder anderen Luther en Calvijn had zij een fundamentele plaats. God gaat het menselijk begrip te boven. Een centrale gedachte van Calvijn was dat het eindige het oneindige niet kan bevatten. Daarom kon hij in zijn theologie zowel een plaats geven aan de volstrekte soevereiniteit van God als aan het welmenende aanbod van genade.
De Westminster Seminaries hadden en hebben in Amerikaanse kerken van gereformeerde signatuur een niet weg te denken plaats. Vanwege het mondiale karakter van onze samenleving en vooral ook omdat het goed is kennis te nemen van gereformeerde beoefening van de theologie elders in de wereld is aandacht voor de feestbundel ter ere van Strimple op zijn plaats.