Als het Evangelie mensenlevens kost
HOOGBLOKLAND - Iedere drie minuten wordt ergens op deze wereld een christen om zijn geloof omgebracht. Tweehonderd miljoen christenen leven wereldwijd in de verdrukking. Jan Bor, manager van de Stichting De Ondergrondse Kerk (SDOK), geprangd: „Het Evangelie kost soms mensenlevens.”
Moeiteloos somt Bor de landen op waar christenen niet veilig zijn: Java, Irak, Noord en Zuid-Korea, China, India, Vietnam, Pakistan. „En wat we weten is nog maar het topje van de ijsberg. Zo nu en dan staat er een stukje in de krant: Hier een christen vermoord. Daar een gemeente uiteengejaagd, een kerkdienst verstoord, een predikant opgepakt.”Edwin Baelde, directeur van de SDOK: „Nog steeds neemt de vervolging toe. Het tempo van de ontwikkelingen ligt steeds hoger. De haat in de moslimwereld is soms beangstigend. Het ene incident is nog niet achter de rug of het volgende dient zich alweer aan.”
Bor: „We gaan door met dit werk totdat de Heere terugkomt. Dan zal het niet meer nodig zijn. Wij drukten vandaag nog een Bijbel als we zouden weten dat de wereld morgen verging.”
Wurmbrand
De SDOK bestaat dit jaar veertig jaar. Op 1 april vindt de eerste jubileumbijeenkomst plaats in de Nieuwe Kerk te Delft. Als sprekers voor deze avond zijn uitgenodigd een zoon en een kleinzoon van ds. Richard Wurmbrand. Ds. Wurmbrand was de Roemeense Jood die in de jaren veertig en vijftig door de nazi’s en door de communisten achter het ijzeren gordijn werd vervolgd, gemolesteerd, gearresteerd en veertien jaar lang gevangen werd gezet om zijn geloof.
Spreekbeurten van ds. Wurmbrand in Nederland leidden in 1966 tot de oprichting van de Stichting De Ondergrondse Kerk (SDOK).
De stichting neemt dezer dagen een nieuw kantoor in gebruik in Hoogblokland. Veertien mensen staan er op de loonlijst, zeven fulltime, zeven parttime. Daarnaast zijn er zo’n honderd vrijwilligers betrokken bij werk op het kantoor en in het hulpgoederenmagazijn.
De SDOK maakt onderdeel uit van de wereldwijde zendingsorganisatie International Christian Association, die in meer dan vijftig landen vertegenwoordigd is.
Het thema voor het jubileumjaar is ”40 jaar samen dienen onder het kruis”. „Het Evangelie kost soms mensenlevens”, zegt Bor. „Uitbundig feest vieren is er dus niet bij. We willen niet de aandacht vestigen op de stichting, maar op de vervolgde kerk. Het is eigenlijk helemaal niet zo mooi dat de SDOK er is, dat we er al veertig jaar zijn. Het betekent dat christenen, waar dan ook in deze wereld, in nood zijn. Dat is ook naar de Schrift, want vervolging is een vervulling van een profetie van de Heere Jezus: Ze hebben Mij gehaat, ze zullen ook u haten.”
Bewustwording
Christenen in het vrije Westen worden zich er in toenemende mate van bewust dat er elders op deze wereld ”broeders en zusters in de verdrukking” leven. Dat proces is wel in gang gezet. „Maar het zou van mij nog wel iets meer uit de verf mogen komen”, zegt Bor. „De gemeente van Christus behoort met elkaar mee te leven, want we vormen allemaal samen Zijn lichaam. Als een van de leden pijn lijdt, dan moeten we dat wel met z’n allen voelen.”
De SDOK is een interkerkelijke organisatie. Baelde: „Het is mooi om te zien dat het kerkelijk verdeelde Nederland elkaar rond een thema als de vervolgde kerk hartelijk vinden kan. Het geeft een stukje onderlinge verbondenheid.”
De stichting verleent steun aan de vervolgde en noodlijdende kerk en roept de kerken in het Westen op tot steun en medeleven. De vervolgde kerk wordt in het geheim voorzien van onderwijsmateriaal, Bijbels en Bijbelse lectuur, cd’s en cassettes met preken voor christenen die niet kunnen lezen. Ook wordt ze ondersteund met hulptransporten met voedsel, kleding en goederen.
Morele steun is er ook. Zo dropte de SDOK in 2004 tienduizenden oranje luchtballonnen boven Noord-Korea. Iedere ballon was voorzien van Bijbelteksten. De eerste tekst die een Koreaan las, was: „Wij bidden voor jullie.” Bor: „Op die manier kun je christenen in vervolgde gebieden laten weten dat er andere christenen op deze wereld zijn die aan hen denken en voor hen bidden.”
Kerk en stichting
De SDOK doet ook aan daadwerkelijke evangelisatie en aan zending. Is zending bedrijven geen opdracht voor de kerk, meer dan voor een stichting?
Bor: „Ik kan die gedachtegang wel een beetje volgen, maar iedereen die bij de SDOK werkt, is lid van een kerk. Als zodanig voelen wij ons een verlengstuk van de kerk. En waar de kerk niet komen kan, daar komen wij soms wel. Geen enkele kerk in Nederland doet bijvoorbeeld iets in Noord-Korea. Wij willen daar, namens de Nederlandse kerken, wel iets doen.”
Baelde: „We koppelen ons werk ook graag terug naar de kerken, geven kerkleden royaal voorlichting over wat we aan het doen zijn. Het lijkt me te zwart-wit om te stellen dat evangeliseren voorbehouden is aan het instituut van de kerk.”
De jaarcijfers van de stichting zien er goed uit. „Daarin zien we een bevestiging van ons werk”, zegt Baelde. „Wij ervaren dat God het heeft gezegend. Er zijn deuren opengegaan waarvan wij dachten dat ze altijd dicht zouden blijven. We luisteren naar Zijn stem, om te kunnen doen wat onze hand vindt om te doen.”
Iedere drie minuten wordt ergens op deze wereld een christen om zijn geloof omgebracht. Is alle moeite van een Nederlandse stichting niet een druppel op een gloeiende plaat?
Bor: „Helemaal niet. De Heere Jezus zegt: Wat gij aan Mijn kinderen hebt gedaan, dat hebt ge aan Mij gedaan. Het gaat niet om grote aantallen, maar om het drukken van Zijn voetstappen. Daar hoeven wij niet de meetlat naast te leggen, wij hoeven dat niet uit te rekenen of op te tellen. De maatstaf van de Heere is toch een andere dan de onze.”
Wasdom
De kerk groeit vaak tegen de verdrukking in. Als er vervolging is, is er meestal ook geestelijke wasdom. Baelde: „Als je in landen bent waar christenen worden vervolgd, proef je iets van de vruchten van Gods Geest. Mensen zijn bewogen en dankbaar dat ze de Heere hebben gevonden.
Dat is het mooiste in dit werk, de ontmoetingen met broeders en zusters overal ter wereld. De onderlinge verbondenheid en de herkenning van de ene heilige, algemene, christelijke kerk is er meestal binnen vijf minuten.
Wie in Nederland twijfelt aan het bestaan van God, moet eens kijken naar een gemeente in de verdrukking. Daar zie je in vervolgde christenen soms Gods beeld terug, je proeft daar Zijn aanwezigheid, te midden van tranen en lijden.”