Bonhoeffer capituleert niet voor mondige wereld
APELDOORN - „Bonhoeffer is ervan overtuigd dat de tijd voorbij is dat mensen als vanzelf religieus zijn. Zijn vraag is hoe Christus Heer kan zijn van de niet-religieuze mens. Volgens hem kan dat niet langs de weg van een reductie van het christelijk geloof en van een beperking van Zijn betekenis tot het terrein van het innerlijk. Bonhoeffer capituleert niet voor deze mondige wereld.”
Dat stelde prof. dr. G. C. den Hertog zaterdag op een door de Theologische Universiteit te Apeldoorn (TUA) belegd symposium over de vraag wat de Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer (1906-1945) vandaag heeft te zeggen.De hoogleraar ethiek en apologetiek aan de TUA zette op Bonhoeffers 100e geboortedag diens weerstand tegen ”religie” in historisch perspectief. „Religie houdt voor Bonhoeffer in dat mensen God alleen nodig hebben voor hun tekorten. Zij kunnen zich, als mondige mensen, heel goed redden in deze wereld. Slechts waar dat op bepaalde punten niet lukt, halen zij God erbij als gatenvuller.”
Bonhoeffer nam zo niet alleen afstand van het misbruik van ”religie” in nazi-Duitsland, maar deed dat ook en zelfs meer nog van een vorm van christelijke apologetiek die haar kracht zocht in het speuren naar zwakke plekken in de menselijke autonomie en wetenschap, aldus prof. Den Hertog. „De christelijke apologetiek moest haar kracht niet ontlenen aan de zwakheid van het denken, maar aan de kracht van het Evangelie. God en de Bijbel geven niet slechts antwoord op de religieuze vragen van de mens op zijn zwakke punten en momenten; God zoekt de mens in diens kracht. De levende God roept ons tot verantwoordelijk handelen voor Zijn aangezicht en met Hem.”
Evenals prof. Den Hertog kritiseerde de Apeldoornse dogmaticus prof. dr. J. W. Maris de interpretatie van enkele markante uitspraken van Bonhoeffer als zou deze daarmee het onderscheid tussen kerk en wereld vrijwel hebben willen uitwissen. Prof. Maris, die sprak over ”De kerk tussen geheimenis en getuigenis”, haalde Bonhoeffers uitspraken en vragen over een „wereldlijk” spreken over God voor het voetlicht.
„Dergelijke vragen en uitspraken opvatten als een pleidooi voor een religieloos christendom dat niet meer geïnteresseerd is in zijn binnenkant, is een uiting van oogkleppentheologie, die de ”paarlen” van de omgang met God die in dezelfde context te vinden zijn, niet kon herkennen”, zei de christelijke gereformeerde hoogleraar. „De term ”religieloos christendom” was juist in hoge mate gericht op het bij elkaar houden van de binnenkant en de buitenkant van de kerk, je kunt ook zeggen: van het geheimenis en het getuigenis. Levend uit de bevrijdende kracht van de navolging van Christus, dient de kerk zo in het midden van de wereld present te zijn.”
Geestesgaven
De gereformeerd-vrijgemaakte dogmaticus prof. dr. B. Kamphuis beschouwt Bonhoeffers ”Navolging” als een van de mooiste boeken die hij kent. Naar zijn inschatting zou het boek echter nog mooier zijn geworden als het trinitarisch was uitgewerkt. „Later zag Bonhoeffer in zijn boek het gevaar dat de christen zijn roeping in deze wereld kon vergeten. De breedte van de drie-eenheidsleer, waar Bonhoeffer in zijn werk erg weinig aandacht voor heeft, kan juist daarbij helpen. Het gaat immers om het totale kader van de schepping van de Vader die in Christus door de Geest verlost wordt tot de volkomen heerlijkheid van Gods Rijk. De eerbiediging van God als de Drie-enige behoedt ook voor ”jesucentrisme”. De leer van de drie-eenheid plaatst Christus in het midden als Degene Die in ons midden de Vader door de Geest verheerlijkt.”
Bonhoeffers spreken over Christus Die in het midden staat als de Gekruisigde acht prof. Kamphuis van belang voor de actuele discussie over de bijzondere geestesgaven. „Ik ben bang voor een theologie van de glorie, die de overwinning van Christus nu al in handen heeft en demonstreren kan. Waar is dan het kruis van Christus? De Gekruisigde is de Opgestane, maar Hij is niet anders aanwezig dan als de Gekruisigde. Je kunt alleen onder het kruis van Christus zuiver spreken over de dingen die God in Zijn gemeente doet.”
Ariërparagraaf
Drs. C. C. den Hertog, christelijk gereformeerd predikant te Boskoop, belichtte de achtergronden van Bonhoeffers ”Navolging”. Hij liet zien dat het thema van de navolging de Duitse geleerden al jaren bezighield. „Vanuit de Bergrede zocht Bonhoeffer naar antwoorden op de vraag hoe het toch kon dat de kerk zich massaal achter Hitler had geschaard. Hoe kon het dat de kerk op eigen initiatief de ”ariërparagraaf” had ingevoerd?”
Bonhoeffer vond het antwoord in het onderscheid tussen goedkope en kostbare genade. „Men had in de kerk weliswaar Luthers woorden herhaald, maar was vergeten dat deze geboren waren in een leven van aanvechting en strijd. Zo klonken de woorden wel, maar niet het Evangelie. In plaats van de rechtvaardiging van de zondaar kwam men tot de rechtvaardiging van de zonde.”
Wat betekent navolging in deze tijd? Dat is, zei drs. Den Hertog, een vraag die het lezen van Bonhoeffers werk oproept. „In onze tijd is de goedkope genade misschien wel op een andere manier in de kerk aanwezig. Wellicht in de cursusachtige boeken die mensen in veertig dagen een ander leven beloven, of in de alom heersende weerstand tegen een prediking die ons voor consequenties stelt. God moet vooral lief zijn. Hij moet ons een goed gevoel geven, en het geloof moet me vooral bevestigen in mezelf en mijn gevoelens. Het woord bekering horen we niet graag meer. En als Christus in ons leven komt, moet hij Zich vooral invoegen in mijn leven. Over de opstanding in een nieuw leven willen we wel horen, maar over een afsterven aan onze oude mens, over God Die doodt en zo doet leven - nee, daar horen we liever niet over. Zou Bonhoeffer zich daar niet tegen keren?”