Verlichting
Christus verlicht ons verstand, waardoor Hij ons bekend maakt de weg die wij gaan moeten. De profeet Jesaja zegt van de goddelozen dat ze de weg van de vrede niet kennen. Zo is het ook met ons gesteld in de staat van de natuur. Wij hebben geen kennis aangaande de weg. Op ons allen past de klacht des Heeren over Israël: Zij zijn een volk dwalende van hart en zij kennen Mijn wegen niet.
Ook bij hen die overgezet zijn in de staat van de genade is nochtans de onwetendheid dikwijls zo groot, dat ze de naam van onverstand moeten dragen. De ogen van het verstand zijn nog zo duister dat ze dagelijks van node hebben door God ontdekt te worden. Zij moeten met David smeken: Ontdek mijn oog dat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet. Dat doet de Heere Jezus aan Zijn kinderen. Hij geeft ze licht in de ogen van het verstand dat ze de goede weg van de kwade weten te onderscheiden. Dat gebeurt als ze Hem bidden met diezelfde David: Heere, maak mij uwe wegen bekend, leer mij Uw paden.Ja, Christus buigt de wil, waardoor Hij ons genegen maakt om Zijn besturingen op de weg der gerechtigheid te volgen. De wil is in de ziel van de mens wat het eerste rad is in het uurwerk. Daardoor worden alle andere raderen gaande gemaakt.
Franciscus Elgersma, predikant te Grouw (”De Herder Israëls”, 1670)