De kroon
Gods kinderen ontvangen, wanneer ze hun loop op de weg der gerechtigheid voleindigd hebben, van de Heere uit genade de kroon der rechtvaardigheid. Ja, het zal zijn een onverwelkelijke kroon der heerlijkheid.
O, dat is een nooit genoeg te waarderen kroon, waarbij alle kronen van de koningen van deze aarde en alle schoonheden van deze wereld in het minst niet zijn te vergelijken. Noch de tempel van Diana, noch de piramiden van Egypte, welke zeer grote wonderen geweest zijn, zijn op te waarderen tegen deze kroon.Al die heerlijkheden verwelken als een bloem van het veld. Maar dit is een kroon der heerlijkheid die onverwelkelijk is.
O, hoe behoren wij al onze krachten in te spannen om de weg der gerechtigheid af te lopen, opdat wij dit dierbare kleinood ontvangen mochten. Loop dan alzo dat gij die prijs, deze kroon, mag ontvangen.
Wat aangaat de weg die David ging, het was het spoor der gerechtigheid met als Geleide de Opperherder, de Heere Jezus. Want Hij leidt mij, zegt hij, in het spoor der gerechtigheid.
Maar het is een hemelse waarheid dat de Heere Jezus Christus Die de Herder is van de schapen van God, dat is de Koning aller koningen, tegelijk ook de Regeerder van de zon aan de sterrenhemel is. Ja, Hij is de zon van de derde hemel. Hij is de Zon der gerechtigheid.
Franciscus Elgersma, predikant te Grouw (”De Herder Israëls”, 1670)