Buitenland

Coalitiebesprekingen Irak nog steeds muurvast

DOHA - Zes weken na de parlementsverkiezingen probeert Irak nog steeds een regering te vormen. De onderhandelingen tussen de verschillende partijen en bevolkingsgroepen zitten muurvast. Intussen nemen het geweld en de instabiliteit steeds verder toe.

Dahr Jamail (IPS)
3 February 2006 08:55Gewijzigd op 14 November 2020 03:26

Het precieze eindresultaat ligt nog steeds niet vast. Maar het is duidelijk dat de verenigde sjiitische alliantie (UIA), een coalitie van sjiitische fundamentalisten, ten minste 128 zetels heeft veroverd op een totaal van 275. Een eenvoudige meerderheid is pas mogelijk bij 138. De machtige groep moet Koerdische of soennitische allianties aan boord krijgen om een regering te vormen.De Koerdische alliantie komt uit op 53 zetels. De twee andere groepen, de Turkmenen en de soennieten, zijn er bekaaid van afgekomen. De eerste groep, die 11 procent van de bevolking beweert te vertegenwoordigen in de rijke oliestad Kirkuk, is er tot zijn grote woede niet in geslaagd om ook maar één zetel te veroveren.

De soennieten zitten op de blaren van een boycot. Ze moeten het stellen met 58 zetels en noemen de verkiezingen frauduleus en ongeldig.

De VS-gezinde voormalige interim-premier Iyad Allawi heeft met zijn partij al-Iraqiyah zo’n 25 zetels veroverd - een opdoffer voor de Amerikaanse bezetter.

De disputen over regeringsvorming zitten muurvast. Zo lijken de meningsverschillen over de te verdelen ministerportefeuilles onoverkomelijk. De soennieten verzetten zich tegen een sjiitische minister van Binnenlandse Zaken. „Dat is voor ons een punt waarover niet onderhandeld wordt”, zegt de soennitische leider Hussein al-Falluji. „Als de sjiieten niet toegeven, dan hebben ze een probleem.”

De sjiitische leiders hebben al geantwoord dat ze die post, die verbonden is met de controle over de politie, niet uit handen geven.

Wat de onderhandelingen ook opleveren, het zijn de pro-Iraanse sjiieten die in Irak de scepter zullen zwaaien. Wat dat betekent voor de Amerikaanse belangen in de regio werd duidelijk toen de sjiitische geestelijke Muqtada al-Sadr bij een bezoek aan Teheran verklaarde dat zijn Mahdileger voor het buurland zou vechten als Iran zou worden aangevallen.

De grootste sjiitische partij, de Hoge Raad voor de Islamitische Revolutie in Irak (Sciri), heeft wortels tot diep in Iran.

Vreemd genoeg brengt de verkiezingsoverwinning de Amerikaanse beleidsmakers in Irak dichter bij de seculiere soennitische groepen die de machtsbasis vormden van Saddam Hussein.

De Amerikaanse ambassadeur Zalmay Khalilzad wordt er nu van beschuldigd „te veel concessies” aan de soennieten te doen opdat die zouden toetreden tot een regering van nationale eenheid. „De Amerikanen zijn zo sterk gefocust op de soennitische belangen dat het algemene belang in het gedrang komt”, zegt een woordvoerder van de UIA.

De enige uitweg uit de impasse is dat ieder baas wordt in eigen regio. Maar een dergelijk federalisme, met een verschuiving van macht naar het sjiitische zuiden en het Koerdische noorden, is taboe voor de soennieten. Die vrezen dat Irak dan uiteenvalt in drie delen. Dat zou voor hen een ramp zijn, want de olievelden liggen in de Koerdische en de sjiitische gebieden.

De soennitische leiders proberen nu toenadering te zoeken tot de seculiere sjiitische en Koerdische groepen om dat rampscenario te vermijden. De UIA is immers geen homogeen pro-Iraans blok. De interne verdeeldheid is groot.

Zo is Nadim al-Jabiri, de leider van de Partij van de Deugd, razend over het feit dat hij slechts één zetel krijgt, terwijl men hem er vijf beloofd had. Mogelijk vormen de volgelingen van Al-Sadr en de Partij van de Deugd een blok binnen de UIA. Dat zou een effectief tegengewicht kunnen bieden tegen Sciri.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer