Patiënt ontevreden over ziekenhuis
Te weinig informatie, tegenstrijdige informatie en onvoldoende mogelijkheden om mee te beslissen over de behandeling. Dat zijn de klachten van veel patiënten over 42 door de Consumentenbond onderzochte ziekenhuizen. De uitkomsten van het onderzoek werden donderdag gepresenteerd.
De Consumentenbond vroeg 42.000 patiënten naar hun mening over het ziekenhuis waar zij behandeld worden. Veel patiënten vinden dat ze onvoldoende informatie krijgen over de bijwerkingen en gevolgen van hun behandeling. Ze zeggen dat verpleegkundigen en artsen elkaar vaak tegenspreken. Patiënten hebben behoefte aan meer hulp en steun van hun arts op moeilijke momenten. Ze vinden dat artsen vaak moeilijk te bereiken zijn en dat ze te weinig privacy van de verpleging krijgen bij vertrouwelijke gesprekken.
Het onderzoek, ”Welk ziekenhuis kies ik”, kwam tot stand door ziekenhuizen te bezoeken, directies te vragen naar hun beleid en een enquête onder patiënten. Er werd gekeken naar aspecten als informatie, bejegening en service.
De tevredenheid van patiënten verschilt aanzienlijk per ziekenhuis. Tot de vijf beste behoort het Van Weel- Bethesda Ziekenhuis in Dirksland. Het scoort goed voor chirurgie en gynaecologie. Het ziekenhuis St. Clara in Rotterdam behoort tot de slechtste. Het presteert volgens de patiënten onder de maat bij vier specialismen: cardiologie, gynaecologie, KNO en orthopedie. Ook al zeggen patiënten ontevreden te zijn over hun ziekenhuis, toch keren ze er meestal weer naar terug als dat nodig is.
De Consumentenbond wil het ziekenhuisvergelijkingssysteem de komende twee jaar uitbreiden tot alle ruim honderd ziekenhuizen in Nederland. Bovendien wil de bond naast de huidige gegevens ook structuur- en kwaliteitsinformatie bieden. Structuurinformatie gaat over de beschikbare behandelingen en technieken, de ervaring van artsen en de houding van de arts of maatschap ten aanzien van bijvoorbeeld pijnbestrijding. Kwaliteitsinformatie gaat onder andere over het aantal infecties, de ligduur van de patiënt en de duur van een routineoperatie. Deze informatie is nu nauwelijks beschikbaar.
Minister Borst van Volksgezondheid en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen namen de resultaten in ontvangst.