Kinderen in de binnensteden hebben volgens de natuurbeheerder vooral te maken met een „geordende omgeving.” Voetbalveldjes bijvoorbeeld zijn steeds vaker verhard. Een speelbos kan daar verandering in brengen. „Een speelbos is niet zomaar een bos, maar een avonturenbos. Kinderen kunnen er hutten bouwen, slootje springen en spannende spelletjes doen waar op straat geen ruimte voor is”, aldus Staatsbosbeheer woensdag op de conferentie ”Steden en rijk: groene partners” in Utrecht.Nederland telt op dit moment veertien speelbossen. Breda heeft bijvoorbeeld zijn speelbos Boeverijen en kinderen uit Purmerend vinden in hun Purmerbos zelfs een tokkelbaan. Volgens de natuurbeheerder moeten er snel meer komen.

Hoeveel speelbossen er nodig zijn en waar deze moeten komen, is nog niet bekend. Volgens een woordvoerster van Staatsbosbeheer kijken onder meer de gemeenten Houten en Vlaardingen naar de aanleg ervan. De natuurbeheerder gaat voor de ontwikkeling van de ravotbossen voor de jonge stedelingen intensief samenwerken met Stichting Jantje Beton.

Dat er in en om de steden meer groen nodig is, erkent ook de overheid. Het Rijk en de 31 grootste steden van Nederland hebben daarom op de conferentie vastgelegd meer aandacht te zullen schenken aan parken en ander groen in de stad. Minister Veerman (Landbouw), die samen met minister Dekker (VROM) namens het Rijk de verklaring ondertekende, trekt 4 miljoen euro uit voor het project ”Groen in en om de stad”.