Binnenland

„Onze conciërge is voor niemand bang”

UDDEL - Of hun conciërge een held is? Het groepje leerlingen van de Jacobus Fruytierscholengemeenschap in Uddel reageert enthousiast. „Die man is voor niemand bang.”

Ewout van der Staaij
1 February 2006 10:51Gewijzigd op 14 November 2020 03:26

Voor de derde keer binnen een jaar hielp Uddelnaar Geurt van de Kamp (42) zondagnacht de politie bij het in de kraag vatten van dieven. Als beloning overhandigde wijkagent Bart Poolman de conciërge dinsdag een bloemetje.Van de Kamp blijft de rust zelve onder alle loftuitingen. Roerend in een bakje koffie vertelt hij vanmorgen op school over de keren dat hij inmiddels in actie kwam voor de politie. „De wijkagent zei dinsdag tegen me: „Dankzij jou houden wij hier de cellen vol.” Dat zal toch nog wel meevallen, hoop ik.”

In augustus vorig jaar hielp de conciërge de politie voor het eerst. „Ik zat ’s avonds thuis achter een bakje koffie toen ik op de scanner hoorde dat ze drie gasten op heterdaad hadden betrapt bij een inbraak in Hoog Soeren. Die inbrekers waren gevlucht in een auto. Dat kenteken heb ik snel opgeschreven. Vervolgens keek ik uit het raam toen ik die auto opeens langs zag rijden.”

Van de Kamp bedacht zich geen moment, sprong in zijn auto en scheurde er achteraan. „Door mijn werk op school heb ik het mobiele nummer van de wijkagent, dus kon ik hem onderweg mooi even opbellen. Die seinde zijn collega’s onmiddellijk in. Terwijl ik die dieven achtervolgde, gaf ik steeds de posities door aan de politie. Zodoende konden agenten hem bij Nunspeet klemrijden.”

Gewoon niet nadenken als je in actie komt, is het advies van de kranige conciërge. „Achteraf hoorde ik dat het drie mannen uit Rotterdam waren, van wie je natuurlijk niet weet hoe die hadden kunnen reageren. Daar denk je op zo’n moment niet aan.”

Als beloning kreeg de Uddelnaar de volgende dag een grote bos bloemen. Amper een paar maanden later was het opnieuw raak. „Ik kreeg een aantal leerlingen bij me aan de balie. Ze hadden drie mannen bij de fietsenstalling gezien. Die waren er met een fiets van een leerling vandoor gegaan.”

Ook nu bedacht Van de Kamp zich geen moment. „Ik heb snel opgeschreven wat ze hadden gezien. De dieven waren richting Elspeet gefietst. Mijn broer werkt op een bedrijf langs de weg van Uddel naar Elspeet en heb hem gevraagd even uit het raam te kijken of hij die kerels soms zag. Ondertussen kreeg ik een auto van een collega en ben die kant opgereden.”

Binnen een paar tellen zag de conciërge de drie mannen fietsen. „Ik heb snel de wijkagent weer gebeld en die trommelde direct een paar collega’s op.”

Van de Kamp en zijn broer waren echter sneller dan de agenten en zodoende sommeerde de conciërge de mannen om te stoppen. Dat deden ze. Lachend: „We hebben een kwartiertje op de politie moeten wachten, maar die dieven hielden zich redelijk gedeisd. Het waren Polen en ze spraken slecht Nederlands. „Als u langzaam praat, kunnen we u verstaan”, zei de ene. „Jullie begrijpen me heel goed”, antwoordde ik. Bovendien moesten ze van mij bij hun fiets blijven staan, want anders krijg je later nog gedoe over wie op de gestolen fiets had gezeten.”

Een van de drie Polen had ook nog een schroevendraaier in z’n fietstas, herinnert Van de Kamp zich. „Die was verbaal opstandig en zette dreigend een paar stappen in mijn richting. Ik heb hem duidelijk kunnen maken dat hij beter kon blijven staan. Dat deed hij. Ik ben niet groot, maar wel breed. Zodoende maakte ik misschien toch wat indruk.”

De derde keer dat de Uddelnaar de politie hielp, was afgelopen zondag. „Mijn vrouw maakte me ’s nachts wakker. Ze had een auto horen stoppen tegenover ons huis. Daar staat een tuincentrum. Ik heb snel wat kleren aangedaan en de politie getipt. Ik mocht er van mijn vrouw niet achteraan gaan. Maar dankzij de gegevens die ik had doorgebeld, konden agenten de twee dieven ter hoogte van Paleis Het Loo aanhouden. Ze bleken meerdere inbraken te hebben gepleegd.”

Heeft de conciërge zijn vak misgelopen? „Mensen zeggen wel eens dat ik bij de recherche had moeten gaan. Maar ik ben nu ook een soort toezichthouder. Dat bevalt me prima. Maar al die aandacht hoeft van mij niet.”

Leerlingen vinden het vooral stoer dat ze een conciërge hebben die niet bang is voor een paar dieven, weet Van de Kamp. „Dan vragen ze wanneer ik er weer een paar pak. Maar we kunnen wel allemaal roepen om meer blauw op straat, maar de politie kan niet zonder hulp van de burgers. Als je wat ziet, kun je toch gewoon even wat gegevens doorbellen?”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer