Euthanasie als afscheidscadeau
De huisarts voelde er helemaal niets voor om euthanasie toe te dienen. Er was volgens hem geen sprake van uitzichtloos lijden. De consulent die hij raadpleegde, deelde zijn mening. Maar de familie bleef net zo lang drammen tot de arts overstag ging. Euthanasie als afscheidscadeau.
“De wrange smaak van de zoete dood”, heet het artikel waarin een arts deze week in het blad Medisch Contact zijn hart lucht. De redactie noemt het „een herkenbaar verhaal uit de praktijk van een huisarts."
De arts, die anoniem blijft, krijgt een patiënte in zijn praktijk die al tien jaar borstkanker heeft. Er is sprake van uitzaaiingen. Chemotherapie, hormoontherapie en bestralingen moeten het kwaadaardige proces de kop indrukken. Al enkele keren was de dood dichtbij, maar krabbelde ze toch weer op.
Gepikeerd
Dit keer wijst alles erop dat ze het niet zal halen. Ze ligt in het ziekenhuis, heeft het benauwd, is angstig en heeft pijn. Ze wil nog maar één ding: naar huis en sterven door middel van euthanasie.
Thuis neemt de benauwdheid af; wel is ze misselijk en moet ze overgeven. Maar van uitzichtloos lijden is geen sprake, oordeelt de huisarts. Daarom kan hij niet op haar euthanasieverzoek ingaan. Haar dochters reageren gepikeerd. Moeder wil dood, dat moet gebeuren en wel zo snel mogelijk.
De volgende dag stelt de arts vast dat een verstervingsproces is ingetreden. Hij legt de dochters uit dat moeder binnen afzienbare tijd zal overlijden. Ze herhalen dat moeder maar één wens heeft en dat is euthanasie. De arts overlegt met een collega, die zegt dat het criterium “uitzichtloos lijden” vrij strikt wordt genomen.
Ruzie
De dag erop is de pijn toegenomen en is de patiënte onrustig. De familie voert de druk verder op. De arts schakelt een collega in die is opgeleid als euthanasieconsulent. Hij bezoekt de patiënte en zegt achter de huisarts te staan. Als de dood komt zonder actief in te grijpen, heeft dat zijn voorkeur.
Als de huisarts de volgende avond nog even langsgaat, heeft er een frontale aanval plaats. Hoe lang hij nog van plan is moeder zo te laten liggen? Een zoon maakt hem op ruzieachtige toon verwijten. Euthanasie, en snel een beetje. Pak nu de spuit! „Ik wil niet dat mijn moeder er morgen nog zo bij ligt", zegt een dochter.
De arts schat in dat de patiënte binnen 48 uur zal overlijden. Maar de familie is niet te vermurwen en even dreigt de situatie te escaleren. De arts moet grote moeite doen om zijn emoties onder controle te houden. Hij zegt toe de volgende dag een dodelijke injectie toe te dienen als de toestand daartoe aanleiding geeft.
Die nacht slaapt de arts nauwelijks. Hij beseft dat de euthanasie voor de familie een doel op zich is geworden. „Een soort afscheidscadeau", zoals hij letterlijk schrijft. Alsof het onwaardig is om op een andere wijze te sterven.
Murw
De volgende ochtend is de patiënte in coma. Ze zal nu binnen 24 uur overlijden. Van lijden is geen sprake. De arts zegt dat moeder stervende is. De reactie: „Maar zo wilde ze toch niet sterven!" Opnieuw ontstaat er commotie. Er breekt iets in de arts. Hij is moe en murw. Een uur later is de patiënte overleden. „Door een injectie", zo eindigt de bekentenis, „die ik liever niet had willen geven."
Het artikel in Medisch Contact verschijnt nog geen week na de onthullende publicatie in NRC Handelsblad waarin melding werd gemaakt van toenemende weerstand onder artsen tegen euthanasie. Een van hun grieven is dat patiënten en hun familie een recht claimen op euthanasie nu de wet het niet langer strafbaar stelt. Het relaas in Medisch Contact sluit daar naadloos op aan.