VN moet ingrijpen in Grote Meren-gebied
De oorlog in het Grote Meren gebied in Afrika duurt nu al ruim twintig jaar. Hard tijd voor een actie van de Verenigde Naties, stelt de Novib in een verklaring.
De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties debatteerde vrijdag over oplossingen met betrekking tot de crises in het Afrikaanse Grote Merengebied. Volgens ons is de eerste stap die gezet moet worden het stoppen van de aanvoer van wapens naar milities en het beschermen van burgers tegen de aanvallen van gewapende groepen.Conflicten verspreiden zich over het Grote Merengebied. Vooral in Noord-Uganda, de Democratische Republiek Congo en Burundi heeft dat geleid tot tienduizenden doden en bijna 5 miljoen mensen zijn in hun eigen land ontheemd geraakt of zijn de grens over gevlucht.
Volgens ons kan de vrede worden bereikt door de verspreiding van wapens te controleren en de aanvallen op burgers en hulpverleners door de regionale gewapende groepen te stoppen. Het VN-wapenembargo van 2003 heeft gefaald in de Democratische Republiek Congo. Nog steeds hebben groepen daar wapens tot hun beschikking. Eerder deze week nog zijn daar door gevechten duizenden mensen op de vlucht geslagen.
Doden
Elke dag sterven gemiddeld 1000 mensen als een direct gevolg van het conflict. Geschat wordt dat de afgelopen vier weken alleen al in Noord-Uganda en de Democratische Republiek Congo 30.000 mensen zijn overleden.
Novib bekritiseert de Veiligheidsraad vanwege het nalaten van enige effectieve actie om de oorlog in Noord-Uganda te beëindigen. Een oorlog die dit jaar Afrika’s langstlopende conflict wordt.
De Veiligheidsraad moet werken met regionale overheden om de grensoverschrijdende impact van gewapende groepen (inclusief het Verzetsleger van de Heer (LRA) te stoppen.
Deze week zijn er nog verschillende mensen van de VN-vredesmacht vermoord in de Democratische Republiek Congo. Met Zuid-Sudan valt de LRA onschuldige mensen aan in de Democratische Republiek Congo, Uganda en Zuid-Sudan. Milities in de Democratische Republiek Congo ontvangen ook wapens die grensoverschrijdend zijn.
De aartsbisschop van Gulu in Noord Uganda, John Baptist Odama, is vorige week naar New York afgereisd om officieel de VN-Veiligheidsraad te vragen om tot actie over te gaan. „Wat moet ik tegen de mensen zeggen wanneer ik terugkeer uit New York?” vroeg Odama zich af. „Dat de Veiligheidsraadsleden zwijgend toekijken hoe elke dag kinderen worden ontvoerd en vermoord en vrouwen en mannen gewelddadig worden aangevallen?”
Egeland
Ten eerste moet de Veiligheidsraad onder leiding van adjunct-secretaris-generaal Jan Egeland een panel van experts samenstellen die de activiteiten van de LRA onderzoekt en bepaalt hoe de Veiligheidsraad met hen verder moet.
Ten tweede zou de Veiligheidsraad de secretaris-generaal moeten vragen om een hoge afgezant te benoemen die helpt met het hervatten van het vredesproces.
Novib/Oxfam heeft aanbevolen de VN-capaciteit te vergroten zodat het wapenembargo kan worden nageleefd en alle overheden in het Grote Merendistrict de wapenstroom kunnen voorkomen en bestrijden. Ook moet er worden samengewerkt met experts, en er moet krachtig worden opgetreden tegen degenen die geweld gebruiken. De raad moet ook nationale overheden wijzen op hun verantwoordelijkheid om hun burgers te beschermen.
De Novib is het Nederlandse lid van Oxfam International, een samenwerkingsverband van twaalf onafhankelijke ontwikkelingsorganisaties die werken aan „een rechtvaardige wereld zonder armoede.”