Zo veel jaren
Christus is aan de deur van de harten van zondaren blijven staan, hoewel zij verre waren van Hem open te doen. Ze hebben hun mond wijd tegen Hem geopend. Ze hebben Hem gelasterd, vervolgd en gedood. Nochtans stond Hij daar en riep: „Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke.” Ja, al was het dat de zondaren hun handen bezoedelden met het bloed van Zijn boden en van Hemzelf, Hij is blijven staan en klopt op hun deur.Wat u ook kunt weten, is hoe veel gebeden uw trouwe predikant, die over u gezet is, alle dagen voor u naar de hemel opzendt en wat een tranen hij over uw onbekeerlijkheid weent. U kunt ook de predikaties tellen die gedaan zijn in de week en elke zondag en de duizenden vermaningen dat u Christus niet zou tegenstaan, maar dat u zich zou laten overreden. Ja, mogelijk dat u zich nog herinnert de duizendmaal duizend hartberoeringen die u gedurende de tijd van vele jaren hebt gevoeld.
O, dan moet u toch wel erkennen: Ja, Christus heeft aan mijn deur gestaan en Hij heeft geklopt. Indien een bedelaar een dag voor uw deur stond, de mensen zouden er schande over spreken dat u hem zo lang liet staan. Nu heeft u Christus zo veel jaren voor de deur van uw hart laten staan. Hij heeft gestaan voor uw deur met beloften in Zijn mond en tranen in Zijn ogen en met open armen van genade om u te omhelzen.
Obadias Sedgwich, predikant te Londen (De rijkdom der genade, 1743)