Luisteren naar een smeekbede
WADDINXVEEN - Op de vloer van zijn huiskamer in Waddinxveen spreidt hij een kaart uit van Peru. Hij wijst met zijn vinger naar een klein stipje, ergens achter het Andesgebergte. „Hier, Pucallpa. Dat is onze volgende bestemming.”
Drie keer per jaar vliegt het zendingsechtpaar Van Dooijeweert namens de stichting Obra de Andrés naar het Zuid-Amerikaanse land. Om Bijbels te verspreiden, maar vooral om cursussen te geven en voorgangers toe te rusten.„Misionero” J. W. N. van Dooijeweert en zijn vrouw stonden in 2000 aan de wieg van Obra de Andrés (Andréaswerk). De organisatie ontleent haar naam aan Johannes 1:42 en 43a.
„Een prachtig Bijbelgedeelte”, vindt hij. „Andréas zei tegen zijn broer: „Simon, wij hebben gevonden de Messias, hetwelk is, overgezet zijnde, de Christus. En hij leidde hem tot Christus.” Dat is het werk van Andréas: Hij leidde hem tot Jezus.”
In het overwegend rooms-katholieke Peru, dat zo’n 26 miljoen inwoners telt, is 12,5 procent protestant. Vanaf de jaren twintig groeiden vooral de evangelische kerken explosief. „Mensen werden door de Geest geraakt”, zegt Van Dooijeweert. „Maar er was en is gebrek aan geestelijke leiding. Veel voorgangers hebben geen studie gehad, geen vorming.”
In Peru hadden ze al contacten met de Iglesia Evangélica Peruana (IEP). „De IEP vroeg onze hulp. We hebben geluisterd naar hun smeekbede en zijn gegaan.”
Intensief
Inmiddels volgden zo’n 30.000 voorgangers uit verschillende kerken een conferentie of Bijbelcursus. Die zijn bedoeld om hen te helpen met het voorbereiden van een preek en het omgaan met pastoraat en evangelisatie. „Van ’s morgens vroeg tot in de avond zijn we heel intensief bezig”, aldus Van Dooijeweert. „Voor de meesten is dat zwaar, omdat ze nooit eerder enige vorm van studie hebben gehad.”
Verder verspreidde Obra de Andrés de afgelopen jaren bijna 100.000 Bijbels. „Je ziet de honger van de mensen”, zegt hij. „Zoals die ene keer, toen een vrouw tijdens een conferentie stilletjes achterin ging zitten. „Wat een mooie preek”, zei ze achteraf tegen me. Maar het was geen preek, maar een les. Dat zegt genoeg.” Mevrouw Van Dooijeweert: „Mensen hebben tranen in de ogen als ze een Bijbel in handen krijgen.”
Van Dooijeweert wil dit jaar aan zo’n 600 à 700 mensen een vervolgcursus geven. „Hieruit selecteren we dan een groep voor een intensieve cursus van zes weken die opleidt tot zendeling. Bijna dag en nacht zijn ze dan bezig: Christologie, ecclesiologie, homiletiek, missiologie en de belijdenisgeschriften. Deze voorgangers moeten kunnen aangeven dat ze een roeping hebben, maar ook dat ze zonder salaris hun werk willen doen.”
Het materiaal voor de cursussen ontwikkelt Van Dooijeweert zelf. Meestal doet hij dat als hij weer voor enkele maanden in Nederland is. De lesboeken, samen goed voor zo’n 1700 bladzijden, behandelen een heel scala aan onderwerpen. De belangrijkste bron is de Bijbel, benadrukt hij. „Ik heb in Peru wel geleerd om vooral naar de Bijbel te luisteren en niet terug te vallen op allerlei dogma’s en menselijke uitspraken. Heel belangrijk is ook de Heidelberger Catechismus, die daar ”Openbaringen van de Bijbel in vraag en antwoord” heet.”
Kinderlijk vertrouwen
Het geestelijk leven van veel Peruanen verschilt sterk met dat van Europese christenen, constateert de zendeling. „Er is een totaal andere geloofsbeleving dan hier. Niet wat betreft de wedergeboorte, die is identiek. Maar kenmerkend is toch wel het kinderlijk vertrouwen in de Heere.”
Mevrouw Van Dooijeweert: „Wij zeggen vaak dat als God mensen bekeert, het zo en zo moet gaan. Maar zij zeggen: „Wat de Heere zegt, is waar.” Ze geloven Hem op Zijn Woord.”
vraag (u14(Bent u zelf veranderd door de omgang met Peruaanse christenen?
Hij knikt. „Volkomen. Ik heb gezien hoe machtig de Heere is in Zijn werken. Dat Hij mensen in één dag uit de duisternis kan bevrijden.”
Mevrouw Van Dooijeweert: „Ik ben veel rijker over God gaan denken. Zijn werk en Zijn onuitsprekelijke liefde voor zondaren.”
Ze denkt terug aan die keer dat een groep mannen van plan was om met vier staven dynamiet een kerk op te blazen. „Wij hielden daar net een bijeenkomst en die wilden ze verstoren. Toen de terroristen allemaal politiemannen in de kerk zagen lopen, stapten ze af van hun plan om in elke hoek van het gebouw een staaf neer te leggen. Maar er was helemaal geen politie in de kerk; God had Zijn engelen gezonden. Later is de terroristenleider tot geloof gekomen. De Heere pákt zo’n man.”
vraag (u14(Nederland of Peru?
Van Dooijeweert: „Ik vind dat heel moeilijk. Als ik in Peru ben, heb ik heimwee naar Holland en als ik hier ben, naar Peru. Hier wonen mijn kinderen, anders zou ik daar dag en nacht doorwerken totdat ik niet meer kan.”
vraag (u14(Wie neemt straks het stokje van u over?
„Ik ben nu 68 en door Gods goedheid gezegend met een sterk lichaam. We leven bij de dag en als wij het niet meer kunnen, nemen de Peruanen het werk over. We hebben geleerd dat we Hem moeten laten leiden. Hij doet dat zó getrouw.”