Van bekoorlijk confessioneel tot uiterst vrijzinnig
Titel:
”De Gereformeerde Kerken in Nederland”
Auteur: drs. H. C. Endedijk
Uitgeverij: Kok, Kampen, 2002
ISBN 90 435 0412
Pagina’s: 126
Prijs: € 10,95. De Gereformeerde Kerken zijn geen echt belijdende kerken meer, ze zijn confessioneel kleurloos geworden. De vraag is of drs. H. C. Endedijk, die recent de kerken beschreef, dit wel heeft onderkend.
In de serie ”Wegwijs” verscheen een instructieve publicatie over de synodaal gereformeerde kerken van de hand van Endedijk. Het boek heeft twee hoofddelen. Eerst wordt in snelle vogelvlucht de geschiedenis weergegeven vanaf de Afscheiding in 1834 tot heden. Daarna horen we iets over de opvattingen. Het gaat dan wel over de heersende (synodale) opvattingen, want sinds de „grote omslag” in deze kerken (zie blz. 35) zijn deze een bont gezelschap met grote pluraliteit en schakeringen van bekoorlijk confessioneel tot uiterst vrijzinnig. Laatstgenoemden zijn ook heel invloedrijk. Het gaat er dus om wat synodes over allerlei vragen van belijdenis en christelijk leven hebben uitgesproken. Endedijk probeert het alles objectief en evenwichtig weer te geven.
Aan de orde komen hete hangijzers, zoals de binding aan de belijdenis, de verzoening, vragen van oorlog en vrede, homofilie en de houding tegenover de oecumenische beweging.
In hoofdstuk 4.1 blijkt dat de kerken, blijkens synodale uitspraken, zich steeds verder verwijderen van onze algemene belijdenisgeschriften en van de drie Formulieren van Enigheid. Endedijk constateert dit zonder enige verbijstering of ook maar afkeuring.
Als de verzoening aan de orde komt, noemt de auteur de synodale uitspraak van 1999/2000 „gebalanceerd” (blz. 54). Maar volgens die uitspraak bleef dr. C. J. den Heyer, die evenals dr. H. Wiersinga het plaatsvervangend lijden van Christus loochent, binnen de grenzen van het ondertekeningsformulier. In feite ontstond zo een absolute leervrijheid, ook bij de kern van het belijden. Het dwaze besluit van de synode van 1983/84 tegen het toenmaals plaatsen van kruisraketten in ons land wordt door de auteur nog verdedigd (blz. 59). In feite speelde men zo de communisten in de kaart.
Over ethische kwesties, bijvoorbeeld het samenwonen voor het huwelijk of de houding tegenover homofiele naasten, deden de synodes omstreden uitspraken. Men moest mondige mensen in eigen verantwoordelijkheid laten beslissen. In de omgang met homofielen moest men elkaar in liefde aanvaarden onder het gezag van het Evangelie van Christus.
Ook de treurige ontwikkeling op oecumenisch terrein ontmoet bij Endedijk geen bezwaar. Sloten de Gereformeerde Kerken zich niet aan bij de Wereldraad van de Kerken en aanverwante organisaties, dan raakten ze immers in het isolement. Zeker, de kerken moeten zich niet afsluiten. Maar er is ook een ander risico, vooral in deze tijd: dat we de antithese tussen kerk en wereld, tussen geloof en ongeloof over het hoofd zien. En dat de wereld makkelijk de kerk kan binnendringen en daar gaat heersen. Is het zo in menig opzicht niet gegaan met de Gereformeerde Kerken in Nederland? Ze zijn geen echt belijdende kerken meer, ze zijn confessioneel krachteloos en kleurloos geworden. Heeft Endedijk, die overigens heel wat speurwerk verricht heeft, dat wel onderkend?