Werkgevers willen sneller kunnen ontslaan
DEN HAAG - Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland willen werknemers eenvoudiger kunnen ontslaan.
Verandering van het ontslagstelsel is een heikel onderwerp in de besprekingen tussen de organisaties van werkgevers en werknemers. De werkgevers vinden dat er te veel mensen zijn op wie een ontslagverbod van toepassing is. De vakbonden willen niet morrelen aan het ontslagverbod. De Sociaal-Economische Raad, die het kabinet adviseert, spreekt dit voorjaar over het onderwerp.Het gaat dan bijvoorbeeld om personeel met ouderschapsverlof, of om mensen die niet op zondag willen werken. VNO-NCW vindt verder dat de toets vooraf bij het CWI of de kantonrechter moet verdwijnen. „Een ontslagen werknemer kan dan bij de rechter wel bezwaar maken en krijgt dan wat ons betreft, in tegenstelling tot nu, wel mogelijkheden om in beroep te gaan”,’ zegt René Blijlevens, secretaris sociale zaken bij VNO-NCW, vanochtend in het Algemeen Dagblad. Vakcentrales FNV en CNV reageren afwijzend op de wensen van de werkgeversorganisaties.
Het Nederlandse ontslagstelsel geeft werknemers zekerheid, maar bezorgt werkgevers hoofdbrekens. Zij zetten de tegenstellingen op scherp met het standpunt dat het aantal criteria voor een ontslagverbod kan worden ingekrompen, te beginnen bij de werknemers voor wie de laatste jaren vanwege de Wet arbeid en zorg een ontslagverbod geldt.
MKB-Nederland vindt het geen probleem de toets bij het CWI te behouden. Die belangenbehartiger van het midden- en kleinbedrijf wil, evenals VNO-NCW, wel dat een werkgever onmisbare werknemers moet kunnen houden, ook al zijn anderen langer in dienst. Ook moeten wat MKB-Nederland betreft regels en procedures simpeler en moet de ontslagvergoeding bij de kantonrechter omlaag.
Arbeidsvoorwaardencoördinator Chr. Baggerman van de RMU vindt versoepeling wel bespreekbaar, maar onder voorwaarden. „Er moet onderscheid worden gemaakt tussen vereenvoudiging van het ontslagstelsel, te weten de versoepeling van de procedure én versoepeling op de inhoud. De RMU is voorstander van de invoering van één eenvoudig ontslagstelsel dat een einde kan maken aan het huidige dubbele en daardoor gecompliceerde ontslagstelsel, mits er goede waarborgen blijven voor werknemers én werkgevers.”
De RMU vindt dat er een toetsende en beslissende rol aan de rechter moet worden blijven toegekend. De kantonrechter kan ook nu tot het oordeel komen dat een werknemer mag worden ontslagen, tenzij het ontslag verband houdt met het enkele feit van ouderschapsverlof, zwangerschap of het niet willen werken op zondag. Baggerman: „De RMU wijst versoepeling op de inhoud volstrekt af en is tegenstander van het wegpoetsen van de ontslagverboden uit het Burgerlijk Wetboek. De ontslagverboden zijn daar niet voor niets in terechtgekomen. De praktijk uit het verleden maakte dit kennelijk nodig. Er zijn twee mogelijkheden: de houding van de werkgever op dit terrein zijn kennelijk sterk verbeterd, maar dan behoeven we als werkgevers ook niet bevreesd te zijn voor instandhouding ervan; of de werkgevers vinden de huidige beschermingsregels maar lastig en willen ervan af.”
Vorige week liet VNO-NCW weten het jammer te vinden dat minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een streep haalt door de mogelijkheid voor sociale partners om eigen ontslagcriteria in cao’s af te spreken. Dat stond aanvankelijk wel in zijn wetsvoorstel om het ontslagrecht te versoepelen, maar na een negatief advies van het Centraal Planbureau ziet De Geus ervan af.
„Het is een vorm van flexibilisering die nu niet doorgaat”, aldus de werkgeversorganisatie. Door de mogelijkheid van eigen ontslagcriteria zou toetsing van het ontslag door het Centrum voor Werk en Inkomen niet langer nodig zijn.
Om te voorkomen dat ontslagafspraken in de cao zouden leiden tot het vertrek van vooral oudere werknemers, wilde De Geus de WW-premies differentiëren. VNO-NCW zag premiedifferentiatie overigens niet zitten en is blij dat deze van tafel is. De Geus wacht nu het advies van de Sociaal-Economische Raad over het sociaal-economisch beleid op de middellange termijn af dat dit voorjaar moet verschijnen. Daarin wordt ook aandacht besteed aan het ontslagrecht.