„Ik heb geen instituut, ik heb alleen de boodschap”
AMERSFOORT - Hij lijkt een bescheiden man. Evengoed verzorgt hij evangelisatiediensten per satelliet in zo’n zestien landen. Ds. Ulrich Parzany presenteerde deze week de internationale evangelisatiecampagne ProChrist 2006. Dankzij een satelliet komt het Evangelie op plaatsen waar geen mens meer naar de kerk gaat.”
ProChrist startte in 1993 in Duitsland. Sedertdien wordt om de twee, drie jaar een evangelisatiecampagne gehouden. Het programma omvat van 19 tot 26 maart acht avonden met muziek, theater en toespraken van ds. Parzany. Plaats van samenkomst: de Olympiahal in München. De avonden zijn op 1200 locaties in zestien Europese landen per satelliet live te volgen. Elke locatie biedt eigen nazorg aan.Nederland doet voor het eerst mee. Het initiatief werd in Nederland opgepakt door de Nederlandse Christelijke Gemeenschaps Bond (NCGB) en de Evangelische Alliantie (EA).
Ds. Parzany woont in Kassel. Hij is evangelischluthers emeritus predikant binnen de Evangelische Kerk in Duitsland. De predikant studeerde theologie in onder meer Tübingen en Göttingen en was een jaar vicaris in Jeruzalem in een Duitse evangelischlutherse gemeente. Hij keerde daarna weer terug naar het Ruhrgebied. Daar rijpte het idee van ProChrist.
„In het Ruhrgebied wonen 6 miljoen mensen. Het is een van de grootste agglomeraties in Duitsland. De meeste mensen zijn daar volstrekt geseculariseerd. Als het leven met Jezus Christus er werkelijk toe doet, dan kun je met zo veel onkerkelijkheid niet leven. Het gaat me erom de moderne mens te laten zien dat het Evangelie ook voor hem relevant is.”
De predikant was aanvankelijk wel sceptisch over woordverkondiging per satelliet. „Het is een onpersoonlijke benadering, maar je mag het niet met een televisie vergelijken. Die doe je uit en dan er is geen contact meer. Bij onze uitzendingen zijn zo’n 30.000 vrijwilligers beschikbaar voor een gesprek.”
In 1993, toen Billy Graham vijf avonden evangeliseerde vanuit Essen, bleek volgens Parzany dat moderne communicatietechnieken in het evangelisatiewerk juist effectief waren. Bovendien kom je op plaatsen waar je anders niet komt. De schermen staan ook in openbare gebouwen opgesteld. „Ik ken wel mensen die in een restaurant tijdens een maaltijd voor het eerst in aanraking kwamen met de bevrijdende boodschap. Mensen hebben tijdens de uitzendingen het gevoel dat ik persoonlijk tot hen spreek.”
De campagne richt zich vooral op plaatsen waar de kerk nauwelijks aanwezig is. In WestDuitsland is 85 procent lid van een kerk, in het oosten is dat slechts 20 procent. „De programma’s worden daar bij voorkeur in openbare gebouwen uitgezonden omdat dit laagdrempeliger is.”
Ds. Parzany vertelt van een predikant uit het voormalige OostDuitsland die na afloop van ProChrist 1993 zei dat het kerkbezoek in zijn dorp met 600 procent was gestegen. „Meestal kwam er zondagsmorgens niemand naar de kerk. Nu waren er zes mensen. De oorzaak? De predikant had in het dorp ProChrist uitgezonden. De mensen stonden verbaasd! Bestond dat nog, mensen die in God geloven?”
Uitgangspunt van ProChrist is de verkondiging van de gekruisigde en opgestane Jezus Christus. „De mensen zijn gebaat bij een boodschap zonder franje. Het christendom staat of valt met authenticiteit, net zoals in de Vroege Kerk.”
Het centrale thema van ProChrist 2006 is ”Van twijfel naar verwondering”. „Mensen zijn onzeker geworden, vanwege terreur en natuurrampen. Men dacht met techniek en wetenschap alles onder controle te hebben. Een stad als New Orleans is echter totaal verwoest. Dat betekent dus dat we niets onder controle hebben. Toen de paus gestorven was, vroegen velen in Duitsland zich af: Kan ík wel sterven? Kan ik wel bidden? En als ik bid, hoort iemand mij dan?”
In Duitsland is iedereen zondags in de gelegenheid om naar de kerk te gaan. Is het niet overbodig om juist daar zo’n evangelisatiecampagne te verzorgen? „Ze kunnen wel naar de kerk, maar doen het niet. Daarom moeten wij erop uit, om die mensen te bereiken. Mensen komen niet meer in de kerk, omdat de kerk als instituut hen niets meer zegt. Ik heb geen instituut. Ik heb alleen de boodschap.”