Openen
Gedenk toch dat het Christus is Die de barmhartigheid opent. Zonder Christus kunt u niet de minste barmhartigheid verwachten, maar in Christus is aan de gerechtigheid van God voldaan. De genadetroon staat open. Het huis van onze consciëntie is vol gewoel, totdat Christus Zijn intrede doet, net als in het huis van Jaïrus. Dat huis was vol geween, totdat Jezus er kwam.De gouden sleutel van het Evangelie moet de deur ontsluiten die door de ijzeren sleutel van de Wet was toegesloten. O, strijd om te geloven dat Christus gewillig is om gebroken zondaren te helpen. Christus klopt op de deur van een gebroken hart. Hij roept zulke zondaren bij naam: „Kom tot Mij.”
Hoor, Hij roept u. Open toch de deur voor een gebroken Zaligmaker. O, gij zondaar van een gebroken hart, laat Mij maar inkomen. Ik heb olie om te verzachten. Ik heb balsem om uw wonden te genezen. U kunt aan geen ding gebrek hebben wat Ik niet vrijwillig kan schenken.
Als u maar gewillig bent om de deur van uw hart voor Hem te openen. Al wat een gekwelde ziel drukt, is de twijfel aan Christus’ gewilligheid. Tegenwerpingen zoals: Mijn zonden zijn te groot, ik heb gebrek aan vernedering, ik ben het niet waard, rijzen in de gedachten op. Alsof Christus niet gewillig is om zondaren te zaligen. Dit zijn juist de redenen waarom Christus ons niet wil zalig maken.
Obadias Sedgwich, predikant te Londen (De rijkdom der genade, 1743)