Het initiatief om hierover een uitspraak tot stand te brengen, was afkomstig van afgevaardigden van D66 en GroenLinks. „Te vaak worden homohaat en haatzaaiende speeches gerechtvaardigd met een verwijzing naar religieuze vrijheden en vrijheid van meningsuiting”, aldus In ’t Veld van eerstgenoemde partij.Directe aanleiding voor de actie vormden enkele ontwikkelingen in Oost-Europa. De onlangs tot premier van Polen gekozen Kaczynski verbood in zijn vorige functie als burgemeester van Warschau tot tweemaal toe een demonstratie tegen achterstelling op grond van seksuele geaardheid en rechtvaardigde die besluiten door te verklaren dat hij tegen het propageren van homoseksualiteit is. In de parlementen van Letland en Litouwen zijn amendementen op de grondwet in behandeling die huwelijken van personen van hetzelfde geslacht uitsluiten. Pogingen om de betrokken landen expliciet te vermelden in de resolutie haalden het niet als gevolg van weerstand hiertegen binnen de grote fracties.

De tweemansdelegatie van CU-SGP onthield zich van stemming. Aanvoerder Blokland: „Natuurlijk vinden ook wij dat homo’s niet gediscrimineerd mogen worden, maar het daartoe benodigde beleid behoort toe aan de afzonderlijke lidstaten. Op dit terrein dienen we het beginsel van subsidiariteit te hanteren. Het EP moet zich hier niet mee bezighouden.”

Het Parlement vraagt de Europese Commissie verder een antidiscriminatierichtlijn te vervaardigen die overal in de samenleving van toepassing is en dringt aan op sancties bij schending van de bepalingen op dit punt. De zeggingskracht van de huidige regels in deze sfeer blijft beperkt tot de werkvloer. Overigens heeft onder andere Polen die voorschriften vanuit de EU nog niet vertaald in nationale wetgeving.