De commissie bracht gisteren haar rapport ”Luid, maar duidelijk” uit. De staatssecretarissen Schultz van Haegen (Verkeer) en Van Geel (Milieu) hadden de CDV in 2003 opdracht gegeven onderzoek te doen naar vliegtuiggeluid.Op dit moment gelden er al geluidsgrenzen voor de directe omgeving van luchthaven Schiphol, maar nog niet voor het zogeheten buitengebied, dat globaal loopt van Castricum tot Leiden. Ook voor dat gebied moeten geluidsgrenzen komen, adviseert Eversdijk. Die zullen het vliegtuiggeluid niet terugdringen of de luchthaven meer ruimte bieden, maar geven wel duidelijkheid voor Schiphol en de omwonenden. De commissie adviseert het kabinet ook om duidelijk te maken wat er gebeurt als de geluidsgrenzen worden overschreden.

Omdat het nog niet mogelijk is het vliegtuiggeluid rond Schiphol precies te meten, zijn berekeningen op dit moment de beste manier om de hoeveelheid lawaai te bepalen, aldus de CDV. De commissie pleit er wel voor op diverse plaatsen te meten. Met de resultaten van die metingen kunnen de rekenmodellen worden verbeterd. Verder kan zo het vertrouwen van de omwonenden worden herwonnen.

De commissie is er volgens Eversdijk niet op uit de groei van Schiphol te verbieden. Als de luchthaven wil groeien, kan dat bijvoorbeeld door het aantal nachtvluchten sterk te beperken, zodat meer dagvluchten mogelijk worden. Verder kan Schiphol stille vliegtuigen belonen en lawaaiige vliegtuigen bestraffen.

Het kabinet neemt de aanbeveling van Eversdijk over om het geluid rond Schiphol te blijven meten. De betrokken staatssecretarissen laten zich er in hun reactie nog niet over uit of het buitengebied door wettelijke grenzen tegen vliegtuiggeluid moeten worden beschermd.