Blair zoekt eerherstel voor fatsoenlijke meerderheid
LONDEN - Het Britse kabinet-Blair kwam deze week met een plan om te bereiken wat vrijwel nog nooit een regering is gelukt; het gedrag van burgers veranderen. Het ”Respect Action Plan” moet het land weer teruggeven aan „de fatsoenlijke meerderheid.”
Tijdens de verkiezingscampagne afgelopen voorjaar ontstond de ”Respect Agenda” in de top van de regerende Labourpartij. De regering raakte er -misschien wel door het contact met burgers- van doordrongen dat het een zwaktebod is als de politie geen tijd heeft om werk te maken van het bespugen van bejaarde vrouwen door schooljongens, terwijl agenten ook niet bevoegd zijn om hiervoor onmiddellijk boetes uit te delen.Helemaal nieuw is het plan trouwens niet. Al in 2003 begon de regering de strijd tegen asociaal gedrag. De term ”asbo” (van ”anti-social behaviour order”) is inmiddels ingeburgerd, nu de inhoud ervan nog. Volgens het nieuwe rapport is al „reële vooruitgang” geboekt. De onderwijsinspectiedienst Ofsted signaleerde bijvoorbeeld op meer dan 90 procent van de scholen gedragsverbeteringen.
In het actieplan van 44 bladzijden geeft de regering handen en voeten aan het abstracte begrip respect. Heel veel dingen moeten op lokaal niveau gebeuren, zoals het instellen van buurtwachten en telefonische meldlijnen en het begeleiden van probleemgezinnen. Luidruchtige families kunnen zelfs voor drie maanden uit huis worden geplaatst. Vrijwilligerswerk door jongeren wordt daarentegen beloond met voordeelkaarten.
De kern van hufterig gedrag is volgens de premier „een gebrek aan respect voor waarden die vrijwel iedereen in dit land deelt: inschikkelijkheid, erkenning dat allen dezelfde rechten en verantwoordelijkheden hebben, goede manieren en fatsoen”, aldus Blair in een inleiding op het rapport. „Werkloosheid, ernstig drugs- en alcoholmisbruik en betrokkenheid bij misdaad kunnen (…) bedroevend gedrag zelfs tussen de generaties laten overspringen.”
Blair is met zijn plannen niet op zoek naar een of ander gouden verleden. „In sommige opzichten hebben we als samenleving zelfs meer respect dan voorheen. Vraag maar eens etnische minderheden of er vijftig jaar geleden meer respect was. Vraag het anders vrouwen die hun carrière wilden voortzetten, maar van wie werd verwacht dat ze thuis zouden blijven. Waarom vragen we het niet aan homoseksuelen, of zij misschien terug willen naar de jaren vijftig?”
Passend bij een socialistische regering is te denken vanuit de gemeenschap, en niet te kiezen voor de (liberale) insteek van het individu. Zodoende komen in het actieplan de woorden gezin en school allebei precies 81 keer voor. Bij deze instellingen zoekt de regering aanknopingspunten voor het nieuwe beleid. Een van de maatregelen is bijvoorbeeld dat scholen buiten de lestijden voorzieningen bieden voor probleemgezinnen.
Maar even traditioneel sociaaldemocratisch is natuurlijk dat de kerk niet meedoet. Dit woord komt maar één keer voor in het plan, als bij mogelijke oorzaken de „dalende sociale invloed van de kerk (…), vakbonden en andere gemeenschapsorganisaties” wordt genoemd. Gezien de grote inzet van Engelse en Schotse kerken in de strijd tegen drugs en alcohol is het de vraag of de regering zichzelf niet tekortdoet.
Het herstel van de beschaafdheid is als een van de speerpunten van deze regeringstermijn bestempeld. Opvallend was hoeveel tijd Blair er deze week in stak de plannen toe te lichten. Zo belandde hij in een tv-programma met publiek, waaruit de vraag opkwam of de premier zijn kinderen wel eens had geslagen. De oudste wel, gaf hij toe. Aan het eind van Blairs vorige termijn bestonden in zijn regering plannen om zelfs de oorvijg en de pedagogische tik strafbaar te stellen. „Maar ik denk dat iedereen het verschil kent tussen slaan en mishandelen”, lichtte de premier toe.
Omdat ook in Groot-Brittannië geen enkele partij tegen fatsoen is, ondervinden de doelstellingen van de regering weinig oppositie. Niemand ontkent ook het probleem. Maar op de vorm is wel veel kritiek. De Conservatieve leider David Cameron vindt de voorstellen te veel gericht op de „korte termijn” in plaats van op de oorzaken van sociale problemen. „De werkelijke respectagenda moet uitgaan van optimisme over het vermogen van mensen en gemeenschappen hun eigen beschaving te scheppen, in plaats van dit pessimisme over de menselijke natuur uit te stralen.”
De Liberaal-Democraat Mark Oaten stelt dat het doel niet wordt bereikt met „deze gebruikelijke mix van foefjes en propaganda.”
Anderen noemen het plan een vorm van betutteling die hoort bij de totalitaire staat. Toen dat aan de premier werd voorgelegd, voelde hij zich daardoor niet aangesproken. „Als je in een straat woont waar één gezin er een onleefbare situatie van maakt, kunnen wij niet zeggen dat daar nu eenmaal niets aan te doen is.”