Minnetijd
Zie hier de tijd der minne. Hier komt het maar op aan of wij die tijd ook ondervonden hebben. Alle mensen die op de weg zijn, kennen daar wat van. Immers, men kan dit weten, gelijk een mens in het natuurlijke weet van een ondertrouw, hoe dat toegaat.
Evenwel, om niet bedrogen te worden moet men het volgende met onderscheid overdenken. Iemand kan veel algemene bevindingen hebben en het goede Woord smaken. Hij schijnt deze minnetijd te kennen. Hij is als die het op steenachtige plaatsen gezaaide Woord horen en het terstond met vreugde ontvangen. De bevinding is maar voor een tijd, als een morgenwolk.Anderen kunnen in waarheid zo’n tijd hebben genoten, maar het door de vele bestrijdingen niet zien. Doch niemand ondervindt dit dan na voorgaande ontdekking van zijn ellendige, gruwelijke en verdoemelijke toestand. Hij heeft zich leren zien als vertreden in zijn bloed, met die walg en verootmoediging als die tollenaar die zijn ogen niet wilde opheffen naar de hemel.
Zij allen weten de juiste tijd van ontdekking niet zo. Maar wel weten zij hoe de Heere onder dit of dat middel hun wat heeft doen zien van hun ellende. Sommigen komen daarna spoedig tot het Licht, anderen zwerven lang om in de banden.
Johan Janzonius, predikant te Groningen (”Israëls minne-tijd”, 1760)