Twee van deze kerken, in de oostelijke provincies Guantanamo en Holguin, werden gedwongen gesloten, meldde de christelijke mensenrechtenorganisatie Christian Solidarity Worldwide (CSW) maandag. De eerste werd in augustus geconfisqueerd door lokale autoriteiten; de andere werd eind vorig jaar bedreigd met vernietiging. De derde kerk, in een voorstad van de Cubaanse hoofdstad Havana, werd vernield terwijl kerkleden bijeen waren en terugblikten op het voorbijgegane jaar. Alle drie de kerken waren volgens de autoriteiten „illegaal gebouwd.”De nieuwe regelgeving -instructie 43 en resolutie 46- werd in april vorig jaar aangekondigd en verplicht alle huiskerken ertoe zich bij de communistische autoriteiten te laten registeren. Kerkleiders spraken hun bezorgdheid hierover uit, omdat het registratieproces vaak zo gecompliceerd is dat het bijna onmogelijk is om geregistreerd te worden. Velen van hen geloven dat de overheid op deze manier de huiskerkbeweging op het eiland de kop wil indrukken.

CSW vreest dat de drie gedwongen sluitingen de voorbode zijn van een nieuwe golf van religieuze onderdrukking. De mensenrechtenorganisatie vermoedt ook dat andere huiskerken inmiddels hetzelfde lot hebben ondergaan, „maar omdat het om veiligheidsredenen heel moeilijk is om in Cuba te communiceren, is dat onmogelijk na te gaan.”

De nationaal directeur van CSW, Stuart Windsor, roept de internationale gemeenschap ertoe op de Cubaanse overheid „sterk te ontmoedigen om nog meer maatregelen te nemen die de rechten van het Cubaanse volk om bij elkaar te komen in kerkdiensten in te perken.” Verder verzoekt CSW de regering van Cuba de gebouwen die vorig jaar in beslag zijn genomen dan wel vernield, terug te geven aan de gemeenten waartoe ze behoren.