Kerk & religie

Nederland: erg seculier én erg religieus

KAMPEN - Nederland is een van de meest geseculariseerde landen van Europa, maar tegelijkertijd is de religieuze factor er overheersend en dominant. Die paradoxale constatering doet dr. E. Sengers, redacteur van de bundel ”The Dutch and their gods”, een studie over secularisatie en de transformatie van godsdienst in Nederland na 1950.

K. van der Zwaag
9 January 2006 10:43Gewijzigd op 14 November 2020 03:21
KAMPEN – Het beeld dat dr. E. Sengers in het boek ”The Dutch and their gods” schetst van godsdienstig Nederland is erg divers. Nederland kenmerkt zich door „vloeiende lijnen” in de godsdienst, met een hoog aantal religieuze zoekers. De nadruk ligt steed
KAMPEN – Het beeld dat dr. E. Sengers in het boek ”The Dutch and their gods” schetst van godsdienstig Nederland is erg divers. Nederland kenmerkt zich door „vloeiende lijnen” in de godsdienst, met een hoog aantal religieuze zoekers. De nadruk ligt steed

Het beeld dat dr. Sengers schetst van godsdienstig Nederland is erg divers. Nederland kenmerkt zich door „vloeiende lijnen” in de godsdienst met een hoog aantal religieuze zoekers. De nadruk ligt steeds meer op de individuele behoefte aan spiritualiteit.„De kerken doen er verstandig aan om daarop in te spelen”, zegt Sengers. „Zij moeten ook wel, willen ze hun leden niet meer verliezen. De cijfers spreken duidelijke taal. De Rooms-Katholieke Kerk kent nog maar 7,8 procent kerkbezoek, de PKN verliest jaarlijks 60.000 leden. Dan kun je nagaan hoe het plaatje er over tien of twintig jaar uitziet. De vrijzinnigen, doopsgezinden en remonstranten delen hetzelfde lot.”

Dr. Sengers, godsdienstsocioloog aan de Theologische Universiteit van Kampen (ThUK), is van mening dat godsdienstonderzoekers meer oog moeten hebben voor de nieuwkomers op de religieuze markt. Te vaak hebben zij alleen oog voor de traditionele en gevestigde kerken. Nieuwe methoden en onderzoekstechnieken zijn nodig om daarop in te spelen.

Aangepast
Aan het boek lag een conferentie van ReLiC in 2004 ten grondslag. Thema van de bijeenkomst van dit onderzoekscentrum over religie van de Vrije Universiteit was ”Ziel en zaligheid in Nederland na 1950”. Doel ervan was om ontwikkelingen en trends in de godsdienst te beschrijven die een blijvende kracht vormen in de moderne samenleving. Verschillende sprekers bewerkten hun bijdrage tot een artikel in het boek (dat verscheen bij Verloren, Hilversum).

Prof. dr. J. Kennedy stelt in de bundel dat er na 1950 geen sprake is van neergang, maar van transformatie van religie. Dr. A. van Harskamp poneert daartegenover dat secularisatie onverminderd doorgaat in Nederland. Volgens Sengers betekent de transformatie van de religie nog niet dat er sprake is van een religieuze opleving. Anderzijds betekent de secularisatie van de samenleving volgens hem evenmin dat we de transformering van de religie niet serieus moeten nemen.

Dr. Sengers: „Een rode draad in de beschouwingen in de bundel is dat ál de religieuze tradities zich hebben aangepast aan de samenleving. De evangelischen vormden eerst een vrij contrasterende beweging, nu spreken zij genuanceerd over het Schriftgezag. New Age was eerst een anti-beweging, nu is zij langzaam geïntegreerd in de samenleving en geaccepteerd in grote bedrijven. De Rooms-Katholieke Kerk ontwikkelt nieuwe liturgische vormen. Diezelfde aanpassingen zijn ook te signaleren onder moslims en andere religieuze tradities.”

De Kamper godsdienstsocioloog concludeert dat godsdienst en moderniteit elkaar niet uitsluiten. „Het is niet of-of, maar een wisselwerking. Moderniteit en religie beïnvloeden elkaar. Religie verdwijnt niet in de moderne samenleving maar geeft zelfs nieuwe impulsen. Mensen blijven behoefte hebben aan religieuze waarden en verhalen.”

Alphacursus
Dr. Sengers schrijft in de bundel ook een artikel over de Alphacursus. Hij constateert daarin dat de cursus slechts een minderheid van niet-kerkelijke mensen aantrekt. „De Alphacursus slaagt er meer in om bestaande leden te mobiliseren dan om nieuwe leden te interesseren voor de kerk. Zij bereikt vooral vertegenwoordigers van de blanke middenklasse. De meesten hebben een baan en zijn getrouwd.”

De auteur voert als mogelijke reden van dit beperkte succes aan dat de secularisatie in Nederland zo wijdverspreid is dat de Alphacursus geen enkele kans heeft. In de tweede plaats zou het kunnen zijn dat de cursus op een verkeerde wijze is toegepast. Een derde argument is dat de netwerkstructuur van de Nederlandse christenheid te gesloten is, terwijl de cursus juist stoelt op netwerken, christenen die hun vrienden naar de kerk brengen en met hen de maaltijd gebruiken.

Sengers, concluderend: „De bron waaruit de Alphacursus haar deelnemers put, zal mogelijk snel opdrogen. Het enig zichtbare effect is de toename van participatie van bestaande leden die deelnemen aan de cursus. De cursus zal een klein aantal lauwe leden motiveren en leden vasthouden die anders weg zouden vloeien naar niet-gevestigde kerken. Maar zij zal zeker niet fundamenteel het gezicht van de Nederlandse kerk veranderen.”

Kleine kernen
De ontkerkelijking van Nederland gaat door, voorspelt de godsdienstsocioloog. „Dat betreft niet alleen de christelijke kerken, maar álle religies. Joden voelen zich minder betrokken bij religieuze organisaties; ook de betrokkenheid bij islamieten neemt af. Maar ook hier zie je tegenstrijdige ontwikkelingen. Er kwamen vorig jaar wel een miljoen jongeren naar de wereldjongerendagen in Keulen en ook onder islamieten zijn er groepen die zich meer met hun religie verbinden. In de protestantse kerken vind ik de jeugdkerken daarvan een voorbeeld. Wat dat betreft, blijft de verhouding tussen moderniteit en religie altijd voor verrassingen zorgen.”

Sengers vermoedt dat evangelische christenen de enige blijvende leden zullen zijn in de Nederlandse kerken. „Het zijn juist deze gelovigen die in staat zijn om nieuwe impulsen te geven aan de gemeenten. Welke bijeenkomsten worden druk bezocht? Dat zijn de Doelgerichte Dagen, de bijeenkomsten van de Alphacursus en de charismatische beweging. Wil religie levensvatbaar en zichtbaar blijven in de moderne cultuur, dan moet je een duidelijke boodschap hebben. De kerkelijke instituten hebben dat niet meer. Het Evangelisch Werkverband is nu geïntegreerd in het Landelijk Dienstencentrum. Ook de RK-Kerk zoekt hulp bij buitenlandse bewegingen.”

Decennialang worden er al sociologische analyses gemaakt over kerk en godsdienst in de moderne samenleving. Valt er nog iets nieuws te zeggen? Alle feiten zijn nu toch langzamerhand bekend? Nee, zegt dr. Sengers. „Religie verandert voortdurend en zal een blijvende factor vormen in de Nederlandse samenleving. De betekenis van de kerkelijke instituten, zeker de bureaucratische organisaties zal sterk afnemen. Mensen willen weten wat de religieuze zingeving voor hen betekent. Zij kiezen voor kleine kernen en netwerken die een los verband zullen hebben. Sommige kerken doen wat met die individuele behoefte aan spiritualiteit, de meeste kerken zijn er nog te weinig op bedacht om hierop creatief in te spelen. Dus zal de teloorgang van de gevestigde kerken nog een tijd doorgaan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer