Bart Jan, wat doe je nou?
Beste Bart Jan,
Eerlijk gezegd, ik had een paar dagen nodig om eraan te wennen. Spruyt in dienst van de Groep Wilders. Ik geloofde aanvankelijk mijn ogen niet. Maar het staat zwart op wit in de Volkskrant van dinsdag en in een kort interview leg je in die krant uit hoe je ertoe gekomen bent. Toch blijven er tal van vragen. Allereerst hoe deze stap te rijmen valt met je stellige uitspraken in het achterliggende jaar dat je niet met Wilders in zee gaat, omdat je niet weet waar je met hem aan toe bent. Dat zei je met zoveel woorden in maart in het Nederlands Dagblad. In september vertelde je in HP/De Tijd te willen gaan schrijven en dus niet voor het werk van de politicus te kiezen. En in oktober vertelde je in deze krant dat er geen sprake was van een vrijage met Wilders.
Toegegeven: over dat laatste punt bestond er bij ons wel voortdurend de nodige twijfel. Nadat je in oktober 2004 in Het Parool samen met Wilders een artikel had gepubliceerd, verklaarde je op 4 november van dat jaar de voormalige VVD’er de liefde. Een stevige handdruk voor de camera maakte duidelijk dat het jullie menens was om als span de politieke arena te betreden. Er zou een nieuwe rechtse partij komen.
Nog geen 24 uur later nuanceerde je op briljante wijze de liefdesverklaring: geen daadwerkelijke oprichting van een partij, maar jullie hadden een ideologisch fundament voor een nieuwe partij, een contourennota, in de aanbieding voor mensen die zoiets wilden oprichten. Waar kom je dat vandaag de dag nog tegen: een proeve van een program, gratis aangeboden? Helaas, geen andere groep dan de partij van Wilders had er belangstelling voor. Jouw contourennota was hetzelfde lot beschoren als de notitie die minister Van Kemenade ooit schreef over vernieuwing van het onderwijsbestel en die dezelfde naam droeg: er was geen breed maatschappelijk draagvlak voor de ideeën.
Toen jouw omgeving, lees: het bestuur van de Burke Stichting, zag welke koers je inzette, distantieerde een deel zich van je. Het moet je -gelet op je geestelijke achtergrond- pijn hebben gedaan dat het vooral de mensen waren die je het meest na stonden; christenen die actief zijn op het terrein van de politiek, te weten Hillen, Van Middelkoop en niet te vergeten Menno de Bruyne, met wie je veel bespiegelende gedachten in stevige sigarenrook hebt laten opgaan.
Het andere deel van het bestuur van de Burke Stichting wist je binnenboord te houden. In een persverklaring zei het op 8 november 2004 dat jij en Wilders beslist niet de bedoeling hadden samen een nieuwe politieke partij op te richten.
Bovendien maakte je met je bestuur de afspraak je niet meer in het openbaar met Wilders te verbinden. Dat is je enige tijd redelijk gelukt, zij het dat een reis die je volgende week precies een jaar geleden met hem naar Amerika maakte, voor ons niet verborgen kon blijven.
In gesprekken over deze reis beweerde je Wilders te willen „dompelen in het conservatieve gedachtegoed om te voorkomen dat hij de verkeerde richting in zou slaan.” Verder wekte je wel de indruk bekomen te zijn van het idee dat Wilders een „golden opportunity” was voor de conservatieve beweging.
Ondanks die verklaringen van afstand leidde je verborgen verkering met Wilders tot problemen met de overige bestuursleden. Zij wilden eind maart een gesprek met je waarbij het vooral ging om jouw verhouding tot de ex-VVD’er. Daarnaast speelde verschil van visie over de koers van de Burke Stichting een rol. Uiteindelijk moest je zonder het grootste deel van je bestuur verder.
Naar aanleiding van deze problemen verklaarde je opnieuw dat je liefde voor Wilders was bekoeld. In het Nederlands Dagblad vertelde je zeker te weten dat je directeur van de Burke Stichting bleef en dat je geen trek had in een kamerlidmaatschap voor de Groep Wilders, want je wist „niet waar je met Wilders aan toe was.”
Enige aarzeling was er in je uitlatingen van afgelopen najaar. De situatie bij de Burke Stichting was inmiddels precair. Je zou verder moeten zonder inkomen. Door het wegvallen van geldschieters moest het budget van de conservatieve denktank drastisch omlaag. Een directeur kon er niet meer van af.
Je bleef echter trouw aan je principes. Als onbezoldigd bestuurder zou je je voluit inzetten voor het conservatieve ideaal. Je wilde opiniestukken schrijven. Hoe je aan je inkomen moest komen, wist je niet. Maar met bewonderenswaardige heldhaftigheid zei je in Trouw liever een paria dan een parvenu te willen zijn.
Op dat moment lokte het werken voor Wilders kennelijk niet. Want in november vertelde je in De Groene Amsterdammer dat jouw Burke Stichting zich weer onafhankelijk moest opstellen van alle politieke partijen, „inclusief de partij-in-wording van Wilders.”
Inmiddels weten we dat je met Wilders verder gaat. Er is een oude volkswijsheid die zegt: Af en an, maakt vrouw en man. Zo lijkt het ook bij jou te zijn gegaan. Veertien maanden na jullie liefdesverklaring blijkt er dan toch sprake te zijn van een verloving waardoor een huwelijk steeds waarschijnlijker wordt. Want je hebt ook laten weten bereid te zijn voor de Groep Wilders de Kamer in te gaan, als je daarvoor tenminste wordt gevraagd.
Ik blijf gissen naar je motieven. Eerlijk gezegd kan ik niet geloven dat het vinden van inkomenszekerheid je drijfveer is. Natuurlijk moet er brood op de plank komen. Je hebt een gezin te onderhouden. Maar je uitsluitend daardoor te laten leiden, past niet bij jou. Daarvoor ben je te principieel, te gepassioneerd.
Wat dan wel? Zoek je nationale bekendheid? Die heb je al. Je behoorde tot nu toe tot het selecte gezelschap Nederlanders dat zeer frequent in discussieprogramma’s en debatten optreedt. Ik durf de stelling te poneren dat je nu op je werkkamer bij Wilders en straks eventueel in je Kamerbankje minder bij zult dragen aan het nationale debat dan in je tijd als directeur van de Burke Stichting. In die kwaliteit speelde je de eerste viool, maar het kan niet anders of straks krijg je hooguit de tweede in handen. Ik ben bang dat het je ook niet meevalt die rol te vervullen. Je wilt op zijn minst primus inter pares zijn en als het kan meer. Intellectueel steek je ook ver boven de middelmaat uit. Wat dan als Wilders dingen roept die jij in je bankje met kromme tenen moet aanhoren?
Ik vraag me ook in gemoede af of je in je werk als volksvertegenwoordiger werkelijk intellectuele bevrediging zult vinden. Zelf heb je ooit de vraag of je voelde voor een Kamerlidmaatschap hartelijk weggelachen met de opmerking: „U weet dat ik daar totaal ongeschikt voor ben.” Zelf ben ik ervan overtuigd dat dit een juiste analyse is. Je bent de man van grootse, weliswaar soms wat eenzijdige visies, vernieuwende gedachten; niet degene die zich ingraaft in rapporten en wetsvoorstellen.
Ongetwijfeld zul je zeggen dat je op dit moment alle ruimte hebt je intellectuele creativiteit uit te leven. Dat geloof ik best voor zover het de eerste maanden betreft. Zelf noemde je Wilders ooit de man met de geuzenkop, een predicaat dat in het verleden overigens aan prof. Hugo Visscher werd gegeven. Wil jij de geblondeerde parlementariër op één lijn stellen met deze hervormde theoloog?
Geuzen waren doeners. Zonder een strategisch plan gingen zij aan de slag. Dus dat de doener Wilders een denker naast zich wil hebben om zijn ideologisch fundament te verankeren, snap ik best. Maar wat is voor jou de uitdaging als de contouren zijn uitgewerkt in een duidelijk omschreven visie? Ik ben bang dat dan de spanning eruit is. Eerdere fasen in je carrière hebben dat aangetoond. Je bent een rusteloze zoeker naar nieuwe uitdagingen.
Overigens, wat is de koers van de partij van Wilders? Daarmee kom ik aan mijn meest fundamentele punt van vertwijfeling. Waar wil je met Wilders heen? Ooit motiveerde je je activiteiten voor de Burke Stichting door te zeggen dat je vooral wilde zorgen dat voor het orthodox-christelijke deel van onze bevolking straks nog voldoende leef- en speelruimte over bleef. Daarom hamerde je er bij allerlei politici op oog te hebben voor de joods-christelijke wortels van onze beschaving. Niet iedereen in de kring waarin je bent opgegroeid, begreep dat. Maar ik heb steeds geloofd dat dit je diepste drijfveer was. Krijg je binnen de groep Wilders ook de ruimte om daarvoor te strijden? Ik waag het te betwijfelen.
Zeer bezorgd was je over de plannen van liberalen en socialisten om de vrijheid van onderwijs om zeep te helpen. Maar hoe kan het dan dat je met Wilders in zee gaat, die meer dan eens heeft gezegd dat artikel 23 in zijn huidige vorm moet verdwijnen?
Nog maar vijf jaar geleden schreef je in deze krant dat antipartijen doorgaans een kort leven zijn beschoren omdat hun programma in één woord valt samen te vatten: ”tegen”. Ze missen „de verworteling in een ideologie en hebben hun succes vaak te danken aan het charisma van een of enkele personen.” In alle eerlijkheid valt te constateren dat Wilders tot nu toe niet veel meer heeft laten zien dan ”tegen” te zijn. En wat zijn imago betreft? Hij heeft enige uitstraling, maar het is zeker geen Pim Fortuyn. Trouwens, wat wil Wilders nog meer? Wat zijn zijn positieve programmapunten? Anders gezegd: we weten waar hij tegen is, maar waar is hij voor?
Blijft natuurlijk ook het punt hoe jij als reformatorisch christen denkt te kunnen opereren in deze volstrekt seculiere partij. Ik weet hoe je denkt over het theocratisch denken zoals dat bijvoorbeeld binnen de SGP -de partij waar je wortels liggen- wordt aangehangen. Maar het is dan wel een hele stap om vanuit het reformatorisch milieu de kring van geseculariseerde liberalen binnen te stappen.
Dan zwijg ik nog maar over het feit dat Wilders van huis uit rooms-katholiek is. Als lid van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en als beheerder van een rijke boekenschat van gereformeerde theologen weet je dat Kuyper ernaast zat met zijn gedachte dat Rome en de Reformatie stoelen op eenzelfde wortel des geloof. Trouwens, dat oude goud, dat je door en door kent, wijst een andere weg. Dat wijst naar een volkomen rijk, waar mensen als Augustinus en Calvijn naar hunkerden.
Ik blijf zitten met de vraag hoe je deze stap kunt rijmen met jouw principieel-kerkelijke overtuiging. De vraag is misschien heel scherp. Toch stel ik hem: Is de Groep Wilders te combineren met hetgeen je ’s zondags hoort en wat je in de kerk belijdt? Dat zijn toch twee totaal verschillende werelden waartussen een diepe kloof gaapt?
Bart Jan, ik weet dat je niet altijd gewaardeerd bent in de reformatorische kring. Men doorgrondde je bedoeling en gedachten niet en daardoor kreeg je kritiek. Voor een deel had dit te maken met de soms onnavolgbare denkstappen die je maakte en met je onrustige natuur. Voor een ander deel met het feit dat je verder keek dan velen in de reformatorische kring. Niet alle kritiek was terecht.
Toch heb je binnen die kring je betekenis. Of moet ik zeggen: betekenis gehad? Je zette mensen aan het denken, waarschuwde voor ontwikkelingen en gevaren. En al waren er meningsverschillen, een deel zag je toch als een boegbeeld, als een voorman.
Dat lijkt nu te veranderen. Je haalt een brug op. Er ontstaat een kloof. Je gaat nu werkelijk een onbegrepen weg. Vanuit de sympathie die ik voor je heb en vanuit een gevoel van werkelijke verbondenheid roep ik je met klem op: Keer terug en gebruik je gaven voor de kring die je altijd lief is geweest.
je oud-collega
Wim Kranendonk