Bible League helpt bij opbouw kerk in Atjeh
AMERSFOORT - Bible League Nederland gaat twee jaar lang tien evangelisten in de Indonesische provincie Atjeh steunen. Zij richten zich op de opbouw van de na de tsunami flink gegroeide kerk in Atjeh. De steun mag echter vanwege de shariawetgeving niet openlijk worden gegeven. De evangelisten heten daarom ”multi purpose volunteers”, vrijwilligers die voor diverse doelen inzetbaar zijn.
Rien Meijer, directeur van de Bible League Nederland, bracht recentelijk een bezoek aan het islamitische Atjeh en aan het overwegend christelijke eiland Nias. Vooral de ervaringen in Atjeh vond hij bijzonder. „De christenen waren de eersten die na de tsunami direct hulp verleenden. Moslims bleven daarin ver achter. Het optreden van christenen heeft bij de bevolking veel goodwill gekweekt. Het advies van moslimvoorgangers om geen hulp van christenen te accepteren is massaal in de wind geslagen. Ik trof in Atjeh maar liefst zo’n honderd christelijke hulpverleners aan die voor diverse organisaties werkzaam zijn.”Daarmee blijft het werk van christenen in Atjeh nog wel omstreden. „Vóór de tsunami was Atjeh reeds tientallen jaren hermetisch gesloten voor christelijk zendingswerk. Het christendom werd altijd vereenzelvigd met de verderfelijke levensstijl van het rijke Westen. In Atjeh worden nog steeds de shariawetten gehandhaafd. Dat betekent dat openlijk zendingswerk verboden is.”
Toch komen er langzamerhand openingen. „Een halfjaar geleden stelden zich twee evangelisten, zogenaamde kerkplanters, beschikbaar om hier te gaan werken. De bevolking is nieuwsgierig geworden naar de motivatie voor hulpverlening door mensen die zij eerst als vijanden zagen.”
In Atjeh waren voor de tsunami vier Batakkerken. „Bataks komen uit Zuid-Sumatra. De Batakkerk is met 3,5 miljoen leden de grootste protestantse kerk in Indonesië. Deze kerk is ontstaan uit het zendingswerk van de Duitse zendeling Nommensen. Nu zijn er in Atjeh al tien kerken. De zes nieuwe kerken mogen echter niet in een eigen gebouw samenkomen en krijgen geen officiële registratie. Die mensen komen voor het merendeel bijeen in winkelruimtes van christenen die zondags hun zaak gesloten hebben.”
Door de shariawetgeving kunnen beide kerkplanters niet zomaar een kerkje openen. „Ze mogen niet in het openbaar evangeliseren. Op dit moment zijn ze als ’tentenmakers’ bezig om praktische hulp te verlenen, om op die manier het vertrouwen te winnen. Zij doen dit via Sahabat, een christelijke stichting die na de tsunami werd opgezet door acht samenwerkende christelijke organisaties.”
Op Nias, een middelgroot eiland ten zuidoosten van Atjeh, heeft de tsunami ook diepe sporen getrokken. „Zo’n 2000 mensen kwamen om het leven. Een aardbeving drie maanden later eiste 600 levens, onder wie van 350 Chinezen omdat deze in grotere concentraties in huizen met meer verdiepingen woonden.”
Nias is voornamelijk christelijk, zij het helaas voor het grootste gedeelte nominaal christelijk, en dan nog met syncretistische trekken. Van de 5000 kerken zijn er 2000 totaal verwoest, eerst door de tsunami, drie maanden later door de aardbeving. „Van regeringswege was de hulp bedroevend”, zegt Meijer. „Dit heeft alles te maken met het feit dat Nias grotendeels christelijk is. Het eiland is daarom aangewezen op hulp van buitenaf. Toch had ik het gevoel dat de situatie minder desastreus was dan in Atjeh. De mensen daar bezaten meer veerkracht.”
Meijer heeft tijdens zijn reis veel nood gezien. Hij kwam bij een protestantse kerk die door de aardbeving verwoest was, maar die inmiddels op kleinere schaal weer was opgebouwd. „Een gemeente met 2000 leden heeft nu een houten kerk waar ongeveer 300 mensen in kunnen. Omdat het geld op was, zijn de muren voor het grootste gedeelte nog niet afgebouwd. Op het moment dat wij aankwamen, was er juist een Bijbelstudiegroep van vrouwen aanwezig. Zij hebben voor ons gezongen.”
In Medan (op Noord-Sumatra) sprak Meijer dr. J. R. Hutauruk, emeritus bisschop van de Batakkerk. Deze bracht hem in contact met de synode die op dat moment bijeen was. „De Batakkerk doet in eigen land veel aan evangelisatie en hulpverlening. Toen ik de vergadering iets vertelde over de huidige situatie in kerkelijk Nederland, kwamen er nogal wat vragen mijn kant op. Vooral de terugloop van het aantal Nederlandse christenen baart veel zorgen. Er is volslagen onbegrip voor het feit dat sommige leegstaande kerken verkocht worden om als moskee dienst te doen. Ze vinden het beleid van de Nederlandse kerken daarin zeer slap.”
Meijer ontmoette ook vertegenwoordigers van de Bible League in Medan. „Een van hen vertelde hoe hij als moslim tot geloof gekomen was, op een bijzondere manier via dromen, en hoe hij ook geroepen werd om in Gods Koninkrijk werkzaam te zijn. Hij werkt nu onder moslims die christen zijn geworden, maar nu verdrukt worden. Zijn voornaam heeft hij niet gewijzigd, hij heet nog steeds Mohammed. Dit geeft een betere toegang bij zijn voormalige geloofsgenoten.”
Mohammed benadert moslims met positieve elementen uit de Koran die overeenkomen met de Bijbel. „Die benaderingswijze heeft vooral in het begin veel meer zeggingskracht. Een andere vertegenwoordiger was direct na de tsunami met meer dan 800 Bijbelschoolstudenten naar Atjeh gegaan om hulp te verlenen.”
Er is al veel puin geruimd. Een deel van de infrastructuur is weer in opbouw. De bevolking is tot rust gekomen. „Toch blijven de beelden erg schokkend. Gebouwen en mensen zijn met het terugstromende water voor een groot deel in zee verdwenen! Niet alleen van Banda Atjeh, maar ook van veel dorpen langs de kust. Grote boten lagen nog 5 kilometer ver landinwaarts.”
Complete families zijn verdronken. „Ik heb twee mannen gesproken die allebei hun hele gezin hebben verloren. De één was zijn vrouw, zijn drie kinderen en zijn ouders kwijt. Een ander zijn vrouw met vier kinderen en zijn schoonouders! Het wonderlijke bij dit alles is dat God deze ramp heeft willen gebruiken om voorheen gesloten deuren te openen voor het Evangelie.”