Kerk & religie

Nieuw onderzoek naar religieuze ervaringen

Wetenschappers aan de Katholieke Universiteit Nijmegen bereiden nieuw onderzoek voor naar alle geestelijke en lichamelijke aspecten van religieuze ervaringen. Daarbij zijn theologen, godsdienstpsychologen en neuropsychologen betrokken.

ANP
21 June 2002 16:52Gewijzigd op 13 November 2020 23:38

Dat kondigde dr. J. Janssen vrijdag aan bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar cultuur- en godsdienstpsychologie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Hij en zijn vakgenoten doen onderzoek naar wat mensen over hun religieuze ervaringen vertellen. Janssen wil dat verbinden met inzichten die neurologen hebben ontwikkeld in de lichamelijke kant ervan.

„Meestal vraagt men zich slechts af wat mensen denken, in religieus opzicht wat zij geloven”, zei de hoogleraar. „De emotionele, lichamelijke kant van de religie blijft onbesproken.” Hij haalde recent neuropsychologisch onderzoek aan waaruit blijkt dat bij mensen die mediteren, een bepaald deel van de hersenen ondergestimuleerd wordt. Daardoor ontstaat de mystieke ervaring dat men in de omgeving opgaat.

Janssens sectie is onlangs ook begonnen met een vierjarig onderzoek naar het gebed. Dat moet de vraag beantwoorden wat er precies gebeurt met iemand die bidt. Bidden is volgens Jansen „praten met jezelf, in de veronderstelde aanwezigheid van een ander, die zich soms vanuit diepere lagen onwillekeurig aandient”, zoals Janssen bidden definieert.

Het onderzoek naar de psychologie van het gebed en van de religieuze ervaring staat volgens Janssen nog in de kinderschoenen. De studies die zijn gedaan, gaan meestal over het objectieve effect van gebed op bijvoorbeeld de toestand van zieken. Janssen vindt de uitkomsten daarvan zeer discutabel.

Hoewel de ontkerkelijking voortschrijdt, worden religieuze ervaringen volgens Janssen niet minder talrijk. Uit onderzoek blijkt dat niet-kerkleden net zo veel religieuze ervaringen hebben als kerkleden. „Terwijl het aantal religieus georiënteerde mensen nauwelijks afneemt, daalt het aantal kerkleden schielijk. Daar komt bij dat de religieuze activiteit onder niet-kerkleden vaak hoog is, en onder kerkleden soms laag.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer