De Koning
Laten we Herodes verlaten en de wijzen volgen. Zij reizen naar Bethlehem. Zij zijn standvastig, niettegenstaande al die schandalen en ergernissen die hen overkomen zijn bij Herodes. Hoe zullen zij naar Bethlehem gaan, daar koning, noch hoveling mee gaat? Achten de Joden dit zo weinig? Zij zullen de reis vervolgen. Zij hebben de ster als hun leidsman, de ster die zij in het oosten hebben gezien. Wat zal het hun deren of er iemand van het hof meegaat? Die ster zal hun tot een leidsman wezen.
Waar de mensen stilstaan, begint Gods hand. Het is tijd voor God om te helpen, wanneer er geen hulp van mensen te vinden is. Vrees niet, geliefden, voor hoe het gaat op de reis die u doet naar Jezus. U hebt God tot een Leidsman. Hij waakt gedurig over u. Hij bestuurt de hele reis door zijn Geest. Hij zal eerder nieuwe sterren scheppen aan de hemel, dan dat u zou afdwalen van de weg der zaligheid. God zal veel eerder een wonder doen, dan dat u zou verloren gaan. Volg maar die lichtende Morgenster, die u is opgegaan, dat profetisch woord dat zeer vast is. Dat zal u wijzen waar Christus te vinden is.De wijzen treden in het huis. Wat vinden zij daar? Een koning op zijn troon, omringd door hovelingen? Nee toch! Zij vinden, staat er, een Kindeke in een veevoederbak met Maria, Zijn moeder. Geen koninklijke kleren, geen purper, geen goud, maar een arm Kindeke van een nederige moeder. Toch is Hij de Koning der koningen!
Petrus van der Hagen, predikant te Amsterdam (”Verzameling van predikatiën”, 1681)