Boer Keurentjes heeft pas échte sierduiven
DOETINCHEM - Op het dak van de schuur zitten ze te pronken: twee felblauwe duiven en één knalroze exemplaar. De Doetinchemse boer Keurentjes neemt het begrip sierduif wel heel letterlijk. Zijn pauwstaartjes krijgen regelmatig een nieuw verfbad. Het houdt sperwers op afstand. Maar bunzings helaas niet.
„Ik weet niet of je nog wel langs moet komen”, zegt boer Gerard Keurentjes via de telefoon een dag voor de afspraak. „Vannacht hebben we bezoek gehad van een bunzing, denk ik. Die heeft drie van de duiven een kopje kleiner gemaakt.” Gelukkig zijn er nog drie over, blijkt de volgende dag als het besluit is gevallen toch maar langs te komen.In februari van dit jaar kwam Keurentjes in het nieuws met zijn duiven, die hij voor de lol houdt. Omdat meer dan eens spierwitte pauwstaarten het slachtoffer werden van roofvogels –„vooral sperwers en valken”– besloot Keurentjes de vogels een kleurtje te geven. De veren van de duiven verfde de 74 jarige boer felblauw, groen en roze.
Dat was iets unieks, vonden veel media. „Ik had niet gedacht dat het zo breed opgepakt zou worden”, zegt de hoofdpersoon van de duivensoap ruim tien maanden later. Verschillende journalisten en radio en tv verslaggevers bevolkten het erf van Keurentjes, even buiten Doetinchem. Van de Gelderlander tot de Wereldomroep. „En maar flitsen. De één wil zo’n shot, en de ander weer net wat anders. Op een gegeven moment kregen drie cameraploegen hier op het erf zelfs een beetje mot met elkaar.”
Keurentjes heeft ook andere duiven, tortels. Die worden nooit gepakt door roofvogels. „Ze zijn groter en sterker. Pauwstaartjes zijn bovendien hagelwit, wat een sperwer blijkbaar aantrekt. Bovendien vliegen ze niet snel weg. Ik zag de roofvogels regelmatig overvliegen, het zijn vlugge vangers. Als ik dan buitenkwam, lagen de duifjes bloedend op de grond. Ze gingen dan vrijwel altijd dood. De afgelopen jaren heb ik er zeker vijftien verloren.”
Dat felgekleurde verf zou helpen, daar had Keurentjes geen benul van. „Ik heb het gewoon geprobeerd, met spuitbussen waarmee ik ook schapen en varkens merk. Die verf is niet slecht voor de beesten.” En het werkte: de roofvogels bleven van de diertjes af. Wel moeten de duiven regelmatig een nieuw verfbadje krijgen, zegt de boer, bijvoorbeeld na de rui. „Het vergt wat onderhoud.”
De natuur een beetje aanpassen; het bevalt Keurentjes wel. Hij kreeg de smaak zo te pakken, dat hij ook een gans aan een rood verfbad onderwierp. In de wei, tussen de andere ganzen en de schapen, stapt het beest parmantig rond. „Het is het enige mannetje”, legt Keurentjes uit. „Een man mag best een beetje opvallen in zo’n groep, vind ik. Ik help hem daar een handje bij.”
De dierenbescherming kon het kleurtje van Keurentjes’ duiven goed billijken. „Maar dat ik de gans had geverfd, daar zagen ze de noodzaak niet van in.” Met pretoogjes: „Het was ook meer baldadigheid.” In elk geval zette Keurentjes zichzelf met zijn verfactie op de kaart. „Gisteravond zei iemand het nog tegen me: O, jij woont op die boerderij waar die rode gans in de wei loopt!”
Intussen is de arme pauwstaartjes nog weinig rust gegund. De vlugge vangers uit de lucht blijven weliswaar achterwege, maar het gevaar komt nu van de grond. Begin deze maand werden de diertjes voor het eerst overvallen door een stiekeme sluiper. „Een bunzing of een kat moet het geweest zijn”, peinst Keurentjes. „Een vos kan nooit in het hok komen.” De onverwachte overval kostte één duifje het leven en de rest schoot in de stress. Onlangs gebeurde het opnieuw, met drie dode duiven als gevolg. „Daar hoef je niet heel sentimenteel over te doen, maar het is wel erg jammer.”
De bunzing laat zich kennelijk niet afschrikken door de felgekleurde veren van de duiven. „Die komt ’s nachts, dan ziet zo’n beest die felle kleuren natuurlijk niet”, redeneert Keurentjes. Dan veert hij op. „Misschien dat we lichtgevende verf moeten gebruiken!” De boer kan zich vast klaarmaken voor de volgende media invasie.
Op zoek naar het verhaal achter opvallende berichtjes van het afgelopen jaar. Vrijdag deel 3.