Buitenland

Rechter VS stapt op om afluisteraffaire

NEW YORK - Arrondissementsrechter James Robertson liet opperrechter John Roberts dinsdag weten dat hij geen deel meer wenst uit te maken van de geheime speciale rechtbank die toestemming moet verlenen voor het afluisteren van potentiële terroristen. Robertson was een van de elf leden van de FISA (Foreign Intelligence Surveillance Court) in Washington.

Van onze correspondent
21 December 2005 12:03Gewijzigd op 14 November 2020 03:18

Volgens collega’s was Robertson geschokt door de bekendmaking vorige week dat president Bush sinds 2001 de internationale afluisterdienst NSA (National Security Agency) toestemming heeft gegeven om in de VS telefoongesprekken en e-mailverkeer te registreren van verdachten zonder daarvoor goedkeuring aan de FISA te vragen. Dit is volgens Robertson onwettig en het ondermijnt het werk van deze speciale rechtbank.De kritiek op het geheime afluisterprogramma van de president wordt steeds luider en breder. Gisteren voegden zich twee prominente Republikeinse partijgenoten van de president bij de groep die aandringt op een parlementair onderzoek in deze affaire. Het gaat om de senatoren Chuck Hagel en Olympia Snow. Senator Arlen Specter beloofde dinsdag dat zijn juridische commissie begin volgend jaar een „brede discussie zal beginnen over dit omstreden programma.”

Uit archiefopnamen blijkt intussen dat president Bush in de afgelopen jaren tal van malen heeft gewezen op de verplichting om voor het afluisteren van verdachten goedkeuring te vragen aan de FISA. „Wij kunnen niet zomaar iemand afluisteren; daarvoor is de goedkeuring nodig van een speciale rechtbank”, aldus president Bush op 14 juli 2004 in Fond Du Lac in Wisconsin. Bush benadrukte dit feit om mensen ervan te overtuigen dat de Patriot Act -de speciale antiterreurwet die na de septemberaanslagen in 2001 werd aangenomen- geen bedreiging vormde voor de burgerrechten in de VS.

„De president moet zich diep schamen over het feit dat hij de burgers een bescherming van hun rechten voorhield, terwijl hij die bescherming in feite in 2001 had opgeheven. Dit is stuitende misleiding”, meende Democratisch senator John Kerry gisteren. Witte Huis-woordvoerder Scott McClellan verdedigde het beleid van de president gisteren. Hij verwacht overigens dat de regering „vanwege het vertrouwelijke karakter van dit NSA-programma” niet in staat zal zijn mee te werken aan een parlementair onderzoek in deze affaire.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer