Leiden in last over lightrail
LEIDEN - In Amsterdam en Utrecht rijdt hij al jarenlang zonder problemen: de sneltram. Leiden stuit de komst van zo’n lightrailverbinding door de binnenstad op verzet.
Volgens tegenstanders zijn de voertuigen van de RijnGouweLijn te onveilig, te duur en te groot voor de smalle straten van Leiden. Toch verwacht wethouder R. Hessing (Verkeer) dat de gemeenteraad woensdagavond groen licht geeft voor het ”binnenstadtracé”.„Kijk eens wat gevaarlijk!” ChristenUnieraadslid Filip van As komt overeind uit zijn stoel en wijst naar buiten. Een fietser probeert in de Leidse Breestraat twee stilstaande bussen in te halen. Halverwege stuit hij op een tegemoetkomende bus. Snel duikt de fietser de ruimte tussen de twee stilstaande voertuigen in. Daarna vervolgt hij zijn weg alsof er niets is gebeurd. Van As: „Zulke gevaarlijke situaties komen dagelijks voor. Daar moet wat aan gebeuren. De lightrail maakt het alleen maar onveiliger.”
Wethouder Hessing is dat niet met hem eens. „Fietsers komen nu regelmatig in de verdrukking door bussen die inhalen. Bij een tram is dat niet mogelijk. Iedereen kan zien waar de tram rijdt. Dat geven we op de tegels nog eens extra duidelijk aan.”
De paar kilometer lightrail door Leiden zijn maar een klein stukje van de totale RijnGouweLijn (RGL). De lightrail moet in de verre toekomst een snelle verbinding vormen tussen Gouda, Alphen aan den Rijn, Leiden, Katwijk en Noordwijk. De twee kustplaatsen zijn op dit moment alleen nog maar per bus bereikbaar.
Tussen Gouda en Alphen aan den Rijn rijden sinds maart 2003 al lightrailvoertuigen. In 2010 moeten deze sneltrams bij station Leiden Lammenschans afslaan naar de binnenstad van Leiden. Twee transferia bij de A4 en de A44 zullen ervoor zorgen dat automobilisten hun voertuig laten staan en met de RGL Leiden in trekken.
Na 2010 is de kust aan de beurt. Voordat vliegveld Valkenburg is volgebouwd met kantoren en woningen, moet de RijnGouweLijn West voor ontsluiting zorgen. Over dit deel van de lightrailverbinding is nog veel onduidelijkheid. Zo is het nog niet bekend hoe de tracés moeten gaan lopen en wie er voor de kosten opdraaien.
De PvdA-woordvoerster in Leiden heeft tijdens de commissievergadering vorige week woensdag gezegd eerst meer zekerheid te willen over de RGL West voordat zij definitief instemt met het traject door de binnenstad. De collegepartij wil ook weten of er in de smalle Breestraat een enkelspoor komt en welke gevolgen dat heeft voor de dienstregeling. De PvdA maakt zich, samen met collegepartij GroenLinks, zorgen over het ontbreken van draagvlak voor de huidige plannen.
Ook CU-raadslid Van As vindt een lightrailverbinding door de binnenstad van Leiden alleen acceptabel als daarvoor in de stad voldoende draagvlak is. „Een telefonische enquête heeft uitgewezen dat de helft van de Leidenaren op dit moment tegen is, 30 procent is voor en 20 procent weet het nog niet. Nu wil wethouder Hessing dit besluit er even snel doordrukken. Maar er moet eerst maar eens een eerlijk gesprek komen tussen politieke partijen onderling en tussen burger en politiek.”
Door de kritische opstelling van de twee collegepartijen is ChristenUnieraadslid Van As „hoopvol” gestemd over de uitslag van de raadsvergadering vanavond. „Ik ben een groot voorstander van de RijnGouweLijn, als hij maar niet door de Leidse binnenstad rijdt. In 2002 heb ik als enige tegen dit tracé gestemd. Ik vind dat de sneltram beter over het bestaande spoor verder kan rijden tot Leiden Centraal. Daar kan er een aftakking komen richting de kust.” Volgens Van As heeft hij inmiddels de steun van de andere oppositiepartijen, behalve het CDA.
Dat het onderwerp erg leeft onder de bevolking blijkt wel bij de voorbijgangers in de Breestraat. Alleen het noemen van de RijnGouweLijn is al voldoende voor een uitgebreide reactie. Frank Molenkamp is een van de tegenstanders: „Het lijkt me helemaal niets. Voor zo’n lightrail is helemaal geen ruimte in deze straat. Waar moeten leveranciers dan hun vrachtauto’s kwijt?”
De al wat oudere Leidenaar A. de Graaf is het niet met hem eens. „Vroeger reden hier ook twee trams. Waarom zou dat nu niet kunnen? Toen was er ook ander verkeer en bij mijn weten heeft dat nooit voor grote problemen gezorgd.”