Verwachting
Dit is Herodes, die ”de Grote” genoemd wordt, een Edomiet van geboorte. Het is een tiran, een goddeloos en wreed mens. Hij wordt ontroerd op dit nieuws. Zijn kroon begint te wankelen en zijn scepter dreigt uit zijn handen te vallen. Zijn geweten wordt wakker. Hij wist hoe hij door de Joden gehaat werd.
Hier is nu een andere Koning, Wiens geboorte door de hemel wordt bekendgemaakt. Dus vreest hij voor zijn koningschap, want een slecht geweten is een voortdurende beul, die knaagt tot in de eeuwigheid.Vrees niet Herodes, deze Koning heeft geen koninkrijk van deze wereld. Hij komt om een hemels koninkrijk te geven. Uw koninkrijk loopt daarom geen gevaar. Het is een lastering als wordt gezegd dat aardse koninkrijken door deze hemelse Koning gevaar lopen.
Herodes ontroert echter. Geheel Jeruzalem behoorde blij te zijn, maar in plaats daarvan waren de inwoners zorgeloos. Zij zagen niet meer op Gods beloften, zij verwachtten de hope Israëls niet meer. Elk zocht zich te behelpen met het tegenwoordige. In zo’n staat was de kerk des Heeren toen Jezus in de wereld kwam. Het was echter niet geheel Jeruzalem. Er waren ook toen nog verstrooide schapen die geen herder hadden en Israëls verlossing verwachtten.
Maar wat doet Herodes in deze beroerte? Hij roept het sanhedrin samen.
Petrus van der Hagen, predikant te Amsterdam (”Verzameling van predikatiën”, 1681)