„Het Woord baant de weg”
„Het is de roeping van de Gereformeerde Zendingsbond om aan de vertaling, verspreiding en verkondiging van het Woord de hoogste prioriteit te geven.” Ds. H. J. van der Veen benadrukte dit woensdagavond op de ledenvergadering van de GZB. De zendingsorganisatie gaat zich ook richten op Mexico en Cuba.
Ds. Van der Veen opende in Putten de jaarvergadering met een bijbelstudie over Handelingen 10. „Het Woord baant de weg naar de harten van mensen. De GZB zal alleen vruchtdragend en krachtdadig kunnen functioneren als ze staat in de golfbeweging van het Woord”, zei de predikant uit Zwijndrecht. In Handelingen 10 ziet hij twee krachtige golfbewegingen. „Allereerst de golfbeweging van het Woord. God trekt met het Woord de wereld door en doortrekt de wereld ermee. Alleen als we overweldigd zijn door de kracht van het Woord kunnen we geschikte instrumenten zijn om opgenomen te worden in deze golfbeweging.”
Sinds Pinksteren is er volgens de predikant ook de golfbeweging van de Geest. „Het is een wonder dat God nog steeds met Zijn Geest werkt in onze gemeenten, gezinnen en harten.” Hij spitste dit toe op het werk van de GZB. „God is met Zijn Geest en Woord ons al mijlenver voor. We hebben ons te realiseren dat we zendingswerk verrichten nadat God de Zoon heeft gezonden en de Zoon de Geest heeft uitgestort. We hoeven daarom niet te zoeken naar nog nooit ontdekte sporen. We hebben te gaan in de voetsporen van Jezus en te zoeken naar de aanwijzingen die de Geest ons geeft.” Ds. Van der Veen ziet daarom een voorwaarde voor het zendingswerk. „Voor zendingsarbeiders is het noodzakelijk dat ze persoonlijk kennis hebben gemaakt met het werk van de Heilige Geest. Dat geldt trouwens voor ons allen. Kunnen we er getuigenis van afleggen dat we zijn opgenomen in de golfbeweging van Woord en Geest? Dan worden we immers ook gewillig en bereid gemaakt mee te werken aan de opbouw van Gods koninkrijk.”
In de workshop over Latijns-Amerika wees GZB-medewerkster F. R. van de Beek op twee nieuwe werkterreinen. „We zijn nu ook actief in Mexico en Cuba. Deze nieuwe gebieden zijn mede aangeboord om teruggekeerde zendingsarbeiders weer uit te kunnen zenden.” De familie Verboom vertrekt op 29 juni naar Mexico, waar een seminarie is voor de opleiding van predikanten. In Cuba ligt de zaak lastiger. „De laatste jaren staat de overheid wat opener tegenover de kerken. Maar nog steeds wordt elke dienst gecontroleerd of er niets negatiefs wordt gezegd over de maatschappij. Je moet dus goed uitkijken wat je zegt.” Het uitzenden van een zendingswerker naar Cuba zit er volgens Van de Beek niet in. „Als zendeling krijg je er geen verblijfsvergunning voor langere tijd. We kunnen slechts proberen te helpen met korte cursussen.”
Vanuit de zaal werden vragen gesteld over de situatie in Colombia. Van de Beek wees erop dat de zendelingen van de GZB daar vorig jaar zijn weggegaan vanwege het toenemende geweld. „In Nederland maken ze hun materiaal echter wel af. Maar voor blanke mensen is het risico op ontvoering en moord daar nu veel te groot.”
In de workshop over het Midden-Oosten wees ds. N. M. Tramper op het belang van de voorbede. „Voor Israël, maar ook voor de Palestijnse christenen.” Hij zei geen voorstander te zijn van profilering. „Een organisatie als Christenen voor Israël doet dat wel door in alles de kant van Israël te kiezen”, zo zei hij. „Wij als GZB kunnen dat niet doen. Allereerst omdat we slechts zijdelings via onze werkers weten wat er speelt. Bovendien zouden we onze werkers in gevaar brengen als we voor één partij zouden kiezen.”
Namens het moderamen van de hervormde synode sprak J. van Heijst de ledenvergadering toe. Hij deelde mee dat het moderamen „dankbaar is dat het bestuur van de GZB de synodale besluiten respecteert en dat het deelt in de zorg en pijn over die gemeenten die met deze besluiten moeite hebben.” Hij zegde toe dat het moderamen het proces aangaat om zich met IZB, GZB en HGJB te bezinnen op de veranderingen van de structuren in het licht van het SoW-proces.
Tijdens de ledenvergadering werd afscheid genomen van de bestuursleden ds. W. Chr. Hovius, ds. T. W. van Bennekom en drs. M. Burggraaf. In hun plaatsen werden verkozen ds. J. Belder uit Nieuw-Lekkerland, ds. J. A. van der Velden uit IJsselmuiden en dr. ir. M. Looyen uit Monster.